de visschat
van Zeeuwsj
Je als een vis in het water voelen: een teken
van blakende gezondheid. Maar hoe zit het
met de Zeeuwse vissen? Geldt dit gezegde
ook voor hen? Het waterschap verdiept zich
in de onderwaterwereld van de vissen.
W
"We hopen op paling"
.~>k.f
Ron Brand en Wouter Quist lichten de
Een goede visstand is onlosmakelijk
verbonden met een goede water
kwaliteit. Met andere woorden: aan
de hoeveelheid en soorten vis die er
leven, kunnen we zien hoe het met
de kwaliteit van het water staat.
Wat is een goede visstand? Dit heeft
vooral te maken met een zekere
balans: afwisseling in soorten en
niet te veel of te weinig vis. Nu de
Europese Kaderrichtlijn Water ons
verplicht om in 2015 de wateren op
orde te hebben, is dat helemaal
reden om te onderzoeken wat het
waterschap kan en moet doen om
een goede visstand én dus water
kwaliteit te krijgen. Maatregelen om
de visstand te verbeteren zijn het
aanbrengen van vispassages en het
passeerbaar maken van gemalen.
Vette vangst
Op een mistige herfstochtend lich
ten Wouter Quist en Ron Brand van
het waterschap de fuik. Met dit
koude weer balanceren de heren
voorzichtig in hun boot: niemand
wil er immers uit vallen. We zijn bij
gemaal Maelstede bij 's-Gravenpoider.
Twee dagen geleden hebben ze de
fuik gezet om te kijken wat er leeft.
"We hopen op paling. Maar het ligt
er aan of ze al aan de trek zijn
begonnen", vertelt visdeskundige
Wouter. Even later melden ze ver
heugd de vangst: drie snoekbaar
zen en een paar stekelbaarzen. Die
worden uiteraard weer teruggezet.
Maar niet voor de heren de vissen
nauwkeurig hebben bekeken en
gemeten. Elke spartelende vis gaat
langs de meetlat. "Kijk", wijst
Wouter enthousiast, "moet je die
stekels op de vinnen zien."