aalgoot helpt jonge
i
Ze worden geboren in de Sargassozee,
vlak voor de kust van Bermuda in de
warme wateren van de Cariben. Vrijwel
direct beginnen ze aan een reis van zo'n
vijfduizend kilometer. Meeliftend op de
golfstroom willen ze naar ons zoete
polderwater. De gemalen belemmeren
hun intrek. De oplossing? Een aalgoot.
Glasaal is paling van drie jaar oud.
Vroeger trok de glasaal vanuit zee
via uitwateringssluizen de Zeeuwse
binnenwateren in. De puntdeuren
van deze suatiesluizen lekten altijd
voldoende om glasaal door te laten.
Door de komst van gemalen zijn de
intrekmogelijkheden van de glasaal
sterk afgenomen. Hierdoor ging de
palingstand sterk achteruit.
Waterschapsmedewerker Jan van
Driel zet zich met hart en ziel in om
zoveel mogelijk glasaal over de dijk
heen te helpen. En niet zonder
succes want vorig jaar telde hij er
op Schouwen-Duiveland maar liefst
14.000 stuks.
Wildwaterbaan voor paling
De basis van het principe is een
goot aan de buitenkant van de
zeewering. Die is bedekt met een
kokosmat waar de glasaal eenvou
dig door naar boven kan klimmen.
Een stroompje zoet water dat door
de goot stroomt, dient als weg
wijzer voor de glasaal. Maar het
luistert nauw. Heel nauw. Want de
hoeveelheid water die er door
stroomt, moet niet te veel en niet
te weinig zijn. De kokosmat moet er
stevig in liggen, ook in de knik van
de buis. En de glasaaltjes moeten
goed opgevangen worden. Een
kunststof bak aan de bovenkant
van de dijk zorgt hiervoor.
Hiervandaan vliegen ze, als in een
soort wildwaterbaan, door een buis
naar de binnenkant van de dijk. Al
met al een hele toer die deze
minuscule visjes moeten afleggen.
Dat maakt het geheel kwetsbaar.
Jan is erg actief in het bedenken
van oplossingen voor problemen.
Zo noemt hij het probleem van
'schietend water'. Jan: "Ken je dat?