i 6 Riet, water, gras, hier en daar een pinksterbloem en het vrolijke gezang van vogels. "Je hoort dat het werkt hè? Anne Fortuin zwaait zijn arm in de richting van de sloot. De kleine karekiet voelt zich helemaal thuis in het riet van de natuurvriendelijke oever. "Een natuurvriendelijke oever ziet eruit, zoals de natuur hem ook zou 'maken'." door Ellen Nieuwenhuijze Oorspronkelijk werden slootoevers met een steil talud aangelegd. Ze moesten zo weinig mogelijk plek innemen. Dat de oever dan sneller afkalft en er daarom beschoeiing moest worden aangelegd, nam men voor lief. In de jaren '90 begon dat te veranderen. Er kwam meer oog voor de natuur en haar bewoners. Een nieuw begrip werd geboren: 'de natuurvriendelijke Sinds 1995 legt het waterschap natuurvriendelijke oevers aan. Anne Fortuin (rechts op de foto) en Wouter Quist (links op de foto), specialisten op dit gebied, houden zich hier mee bezig. Samen met hun afdeling geven zij aan welke oevers er in aanmerking komen voor een make over. Vervolgens gaan ze aan de slag met de inrichting ervan. Wat is het? Maar wat houdt dat nou eigenlijk in, zo'n natuurvriendelijke oever? Anne: "Een natuurvriendelijke oever ziet eruit, zoals de natuur hem ook zou 'maken'. Afwisselender dan een gewone oever, hier wat dieper, daar wat breder en een eindje verderop wat steiler. Zodat er voor ieder organis me een plekje is. Flet liefst zien we de oever zo rommelig mogelijk." Wouter grinnikt: "Rommelig is misschien niet het beste woord. Een niet strakke, natuurlijke oever, graag slordig afgewerkt. Voor de aannemers is dit niet altijd even makkelijk, bij de meeste projecten moet alles juist zo netjes mogelijk worden aangelegd." Wat is het verschil? Een duidelijk verschil tussen een traditionele en een natuurvrien delijke oever, is het talud. "Bij een normale watergang is er geen overgangszone tussen water en land", legt Wouter uit. "Door dit uit te rekken, wordt het een natuurvriendelijke oever en creëren we meerdere leefomgevingen. Het talud is dus veel flauwer en breder. Ons streven is om aan beide kanten van de sloot een oever van mini maal vijf meter aan te leggen. Dat lukt niet altijd, soms kunnen we maar één kant natuurvriendelijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2009 | | pagina 6