en pijlers,
een betrouwbare
combinatie
"Je rijdt er zo gemakkelijk
overheen", zegt Kees. Vanuit zijn
interesse voor bouwkunde en
techniek is hij zeer benieuwd naar
"de geweldige constructie" van
de Oosterscheldekering. De uit
65 pijlers bestaande verbinding
tussen Schouwen-Duiveland en
Noord-Beveland. Samen met zijn
vrouw Netty neemt hij een kijkje
achter de schermen. Jos Geluk
van Rijkswaterstaat is vanaf de
eerste plannen betrokken bij deze
verbinding.
Amersfoort aan zee
Nadat Zeeland in de watersnoodramp
van 1953 zwaar getroffen werd,
moest er iets bedacht worden om
dit in de toekomst te voorkomen.
"Zonder enige vorm van zeewering
zouden we nu 'Amersfoort aan zee'
hebben", vertelt Jos. "Er moest
dus een korte sterke kust komen
om Nederland in deze vorm te
behouden." Het eerste plan om de
Oosterschelde af te dammen riep
onder de Zeeuwen grote weerstand
op. "Ik heb nog geprotesteerd tegen
volledige afsluiting", zegt Netty. Er
zou dan het Zeeuwse Meer ontstaan,
bestaande uit zoet water. Jos: "Dat
was een mooi plan voor veiligheid
en goed voor de ontwikkeling van
de landbouw, maar het belang van
de natuur werd vergeten. Naast
veiligheid vond men ook de diversiteit
aan planten en dieren belangrijk.
Door de komst van het Zeeuwse
Meer zouden veel zoutwaterdieren
en -planten verdwijnen. Dat zou
ten koste gaan van de visserij en de
mossel- en oesterindustrie."
Uiteindelijk zijn voor- en
tegenstanders tot een compromis
gekomen. Er kwam een kering
bestaande uit pijlers waartussen
schuiven werden gehangen. Deze
schuiven konden in geval van nood
de Oosterschelde afsluiten. In 1976
ging het parlement - na heftige
discussies - akkoord met de komst
van de Oosterscheldekering als
onderdeel van het Deltaplan. "Een
prachtig plan", vult Kees hem aan.
Doorbraak
De bouw van de markante
verschijning ging niet zomaar. Veel
technieken waren nog nooit eerder
toegepast en ook moesten voor dit
project speciale schepen gebouwd
worden. Neeltje Jans was het
eiland van waar de operatie werd
uitgevoerd. Terwijl we op het dak van
het Topshuis staan en over Neeltje
Jans uitkijken, vertelt Jos dat de
vroegere bouwdokken nu een andere
functie hebben. "Eén bouwdok wordt
nu bijvoorbeeld gebruikt voor de
mosselhangcultuur. Daar is puur
zout water, waarin de mossel goed
kan groeien. Als de schuiven van de
kering open zijn, wordt driekwart
van de originele getijdewerking in
stand gehouden. Dat is genoeg om
het milieu in de Oosterschelde te
bewaren."
Voor 200 jaar vooruit?
De stormvloedkering heeft
uiteindelijk - toen nog in guldens
- 5,4 miljard gekost. "En in
hoeverre was de veiligheid toen
gegarandeerd?", vraagt Kees.
"Niet voor 100%", geeft Jos aan.
"De kans op een overstroming is
teruggebracht tot eens in de 4.000
jaar. Ook is de kering zo gebouwd
dat die voor 200 jaar vooruit kan.
Op 4 oktober bestaat de
Oosterscheldekering 25 jaar.
In 1986 is de kering door
koningin Beatrix geopend. Over
een lengte van ongeveer acht
kilometer staan 65 pijlers van
30 tot 40 meter hoog. Tussen
de pijlers hangen schuiven van
ongeveer 42 meter lang, tussen
de 6 en 12 meter hoog met een
gewicht variërend van 260 tot
480 ton.
17
Schuiven