in de steigers een voor een op. Er zit weinig in dit keer - slechts zeven stuks - maar wel met een gewicht van negen kilo. Niels vindt het mooi om te zien en helpt een handje bij de 'vrijlating'. Kooistra: "Ze kunnen op weg naar de paaigebieden, waar ze zeker een miljoen eitjes per paling leggen. Volgens de meeste onderzoeken bevinden de paaigebieden zich in de Sargassozee in de Bermudadrie hoek. Een reis van 4.000 kilometer. Maar daar zijn nog veel mysteries rond hoor!" Potdicht De route gaat verder richting Axel. Ondertussen gaat het gesprek op de achterbank over de visstand in Zeeuws-Vlaanderen. Niels: "Ik merk dat er vooral veel karper zit en weinig baars en blankvoorn. Op va kantie heb ik in Friesland gevist en daar zaten echt veel meer soorten. Marius kan dit verklaren: "Je ziet dat er in Zeeland heel veel - terecht - geïnvesteerd is in veiligheid na de ramp van '53. Daardoor zit ons gebied potdicht. In Friesland hebben ze nog veel sluisjes waar vis zo in en uit kan zwemmen. Daarnaast heb ben we in ons gebied te maken met behoorlijke schommelingen in het zoutgehalte. In periodes van droogte kan het zoutgehalte stijgen, waar door de visstand verandert. De kar per is een van de soorten die goed tegen deze schommelingen kan." Sjoelbak met kamers Aangekomen bij de Axelsche Kreek toont Marius zo goed en zo kwaad de vispassage bij de stuw. Hangend over de rand: "Het peilverschil is hier te groot om te overbruggen voor vissen. Daarom hebben we een vispassage aangelegd met twintig kamers." Net onder het waterop pervlak zien we een soort sjoelbak met vakken, de kamers. "De vissen klimmen in iedere kamer een stukje zonder dat ze het echt merken. De grootte van de openingen tussen de kamers bepaalt de weerstand die de vissen ondervinden." Grootste kick In de autorit naar het waterschaps kantoor in Terneuzen spuit Niels zijn laatste vragen. Of we iets doen met aalscholverpredatie bijvoorbeeld (nee) en of we wat meer rekening kunnen houden met het plaatsen van muskusrattenkooien in on diep water (ja). Ook Niels' grootste kick komt aan bod. Het vissen op meerval. "Die zijn sterk en kun nen ontzettend lang worden, wel twee meter." Marius tipt hem: "Bij de Kempervennen van Center Pares kun je snorkelen met een meerval van 2,5 meter..." 18 Waterdunen bestaat uit drie onderdelen: de kustversterking, de bouw van een getijdenduiker en (door Provincie Zeeland) de aanleg van 300 hectare natuur- en recreatiegebied. Dick Varkevisser is werkvoorbereider en toezichthouder bij de kustversterking. "Normaal maak je duinen met zand. Maar in het achterliggende gebied, wat straks natuur- en recreatiegebied wordt, komt veel grond vrij. Het nieuwe duin wordt voor het grootste gedeelte opgebouwd uit deze grond. Je praat over een ontzettende grote hoeveelheid grond en klei, circa 1 miljoen kuub. De duinen worden afgedekt met anderhalve meter zand. Dit zand wordt gewonnen op de Noordzee, 570.000 kuub. Schepen spuiten het zand op het strand waar het wordt opgeslagen en per as het gebied in gaat. Later worden de duinen ingeplant met helm. Ook gaan we duinpannen aanleggen met een speciaal grondmengsel, zodat de grond geschikt is om er in de toekomst met auto's en caravans overheen te rijden. Dat is uniek. In die duinpannen komt namelijk straks een duincamping. Het is een heel groot project, maar complex is de uitvoering van de kustversterking zelf niet." Dick vertelt over zijn rol: "Als werkvoorbereider heb ik de raming samen met de tekenaar voorbereid. Als toezichthouder ben ik de contactpersoon richting de aannemer. Mijn taak is controleren of het werk volgens de eisen wordt uitgevoerd. Het leuke en unieke aan dit project is het samenwerken met verschillende opdrachtgevers en aannemers in hetzelfde gebied. Dat vraagt veel afstemming." i 19 Links: de fuik wordt opgehaald door de beroepsvisser. Niels helpt een handje. Linksonder: de paling wordt aan de andere kant van de dijk uitgezet. Tussen Breskens en Groede Projectkosten: 32.000.000 1 miljoen m3 grond 570.000 m3 zand Uitvoering tot december 2015 Breskens-Groede

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2013 | | pagina 10