Tweemaal per dag is het eb en vloed. Voor mensen die aan
het water wonen of werken is dit een vaststaand gegeven.
We staan er niet bij stil. Wat is het eigenlijk en waardoor
worden eb en vloed veroorzaakt?
Bij eb trekt het water zich terug en bij vloed
komt het op. Dit gebeurt twee keer per dag
en wordt het getij genoemd. Het getij wordt
veroorzaakt door de aantrekkingskracht
van de maan op de aarde. Ook de zon speelt
een rol, maar die is minder, omdat die ver
der van de aarde verwijderd is. De invloed
van de zon en de maan op de waterstand
wordt het astronomisch getij genoemd.
Wat gebeurt er?
Het water wordt aangetrokken door de
maan. Op het moment dat de maan dicht
bij aarde staat, trekt het water ernaar toe.
Op de oceanen ontstaan hierdoor zoge
noemde vloedbergen. De aarde draait rond
en daarom trekt de maan steeds een ander
deel van het water naar zich toe. Ook de
maan staat niet stil. Die draait in een baan
rond de aarde. Bij eb trekt het water zich
terug naar het zuiden en staat het laag, bij
vloed trekt het naar het noorden en staat
het hoog. De vloedbergen zorgen dus voor
een getijdengolf die opkomt (vloed) en zich
weer terugtrekt (eb).
Hans van der Sande, beleidsmedewerker
Waterkeringen bij het waterschap legt uit:
"De getijdengolf ontstaat op de Atlantische
Oceaan, en beweegt naar de Noordzee en
komt dan in Nederland als eerste aan in
Zeeland. Vervolgens rolt hij verder naar de
andere Nederlandse kustprovincies."
20'
"Omdat de aarde in 24 uur helemaal om
zijn as draait, is het per etmaal twee keer
hoog en twee keer per dag laag water. De
maan draait in een maand rond de aarde
en schuift dus ook telkens een stukje op ten
opzichte van de aarde. Daarom komen eb
en vloed telkens ongeveer 50 minuten later
dan de vorige dag."
Springtij en doodtij
Elke twee weken is het springtij en doodtij.
Springtij treedt op wanneer de zon, de aar
de en de maan op één lijn staan. De aan
trekkingskracht van beide hemellichamen
is dan het grootst. Het zorgt voor een extra
hoge waterstand bij vloed en bij eb staat het
water extra laag. Het verschil tussen eb en
vloed is dus bij springtij het grootst. Als het
tijdens springtij ook nog stormt, spreekt
men van springvloed. Volgens Hans van der
Sande was dit ook het geval bij de waters
noodramp van 1953. "Een combinatie van
storm en springtij zorgde ervoor dat het wa
ter in de Noordzee tot extreme hoogte steeg.
Dit water kon niet weg, omdat het Kanaal
(tussen Engeland en Frankrijk) hiervoor te
nauw was, waardoor het water zich bleef
opstuwen. De zwakke dijken begaven het,
waardoor Zuidwest-Nederland onder water
liep."
Bij doodtij is het verschil tussen beide
waterstanden minimaal. Dit is het tegen-
21
door Arjan Goossen
IEb en vloed
waterschappelijk
Hans van der Sande, beleidsmedewerker Waterkeringen