Steek je een spa in de grond? Dan kan er zomaar iets waardevols boven komen. Omdat het waterschap altijd in het buitengebied aan het werk is, gebeurt het geregeld dat er spullen uit het verleden worden opgegraven. Hoe gaat we om met archeologie? Al ruim tien jaar adviseert Nathalie de Visser van Edufact! in Kamperland het waterschap op het gebied van cultuurhistorie en archeologie. Ze geeft precies aan waar het waterschap wel of niet kan gaan graven of waar het op moet passen. Wanneer moeten we letten op archeologie? "Als waterschap ben je altijd - ten goede overigens - bezig met het verstoren van de omgeving. Watergangen worden verbreed, fietspaden worden aangelegd, dijken worden versterkt en persleidingen gaan de grond in. Bij elk werk woelen jullie de grond om en bestaat de kans datje iets uit het verleden vindt. Het is belangrijk om te weten watje kunt aantreffen en of je dat zomaar kunt opgraven of niet." Wanneer vraagt het waterschap advies? "Zodra het waterschap plannen heeft om een bepaald werk uit te voeren, ga ik met de projectleider in overleg. Dus in de fase van planvorming. Dan ga ik op onderzoek uit om te bepalen wat er bekend is en wat er gevonden kan worden. Als archeoloog moetje het landschap kunnen 'lezen' en de geschiedenis kennen. Zo kom je op Walcheren op kreekruggen vaak oude spulletjes tegen, omdat men daar in de middeleeuwen de eerste nederzettingen bouwde. Zo heeft ieder gebied z'n eigen kenmerken en die moetje goed kennen." Gaat u zelf een stukje omspitten? "Nee, ik ga eerst de gemeentelijke bestemmingsplannen toetsen en ik maak een quick-scan van de archeologie. Ik bekijk oude kaarten en archieven en gebruik mijn opgebouwde kennis. De eerste betrouwbare kaarten zijn uit de 17e eeuw. Middeleeuwse zaken kunnen we helaas daar nog niet op terugvinden. Zodra ik weet dat het om een jonge polder gaat, weet ik datje er geen oude resten tegen zal komen. Als je weet dat er wel iets opgegraven kan worden, wordt het onderzoek meegenomen in de begroting van het project. Soms kan er een planaanpassing plaatsvinden, waarbij een werk misschien een stukje verplaatst wordt. Maar dat kan niet altijd. In dat geval kan het zijn dat een vooronderzoek nodig is of dat we steekproefsgewijs stukjes grond onderzoeken. Als uit alles blijkt dat waardevolle resten in de grond zitten, dan loopt er tijdens de uitvoering gewoon een archeoloog mee met de kraan. Op die manier loopt het werk de minste vertraging op. Het is niet zo dat we met een kwastje middenin het waterschapswerk potjes schoon zitten te vegen." 20 door Danielle Steijn-Laing Scheldestromen zomer 2015

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2015 | | pagina 20