Een uit het nest gevallen giervalkje verzorg ik wekenlang en zie ik aansterken. Dan voorzichtig beginnen met vlieglessen. Mijn idee: in de lucht gooien en hopen dat het ongecontroleerde gefladder ook zijn vruchten afwerpt. En dat doet het. De natuur zit goed in elkaar. Dag na dag vliegt het giervalkje meer en meer meters, ffet begint nu echt op vliegen te lijken. Wanneer ik denk dat zij haar vleugels uit kan slaan, oefen ik nog een laatste keer. In een gelijkmatig ritme, zelfverzekerd zelfs, vliegt zij van mij weg. Dan doemt de schaduw op van een levensgrote meeuw. Met een paar krachtige slagen bereikt hij het giervalkje, breekt in de vlucht het nekje en vliegt verder... Ook dat is de natuur. Maar zullen we met kerst meeuw in plaats van kalkoen eten? Scheldestromen winter 2015

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2015 | | pagina 2