1
De schorzijdebij houdt van
zand, zeeaster en zilte lucht.
Een onderkomen aan de Zeeuwse
schorren is dan ook ideaal.
Daarom heeft projectbureau
Zeeweringen de afgelopen jaren
bij dijkversterkingen ruim 30
bijenhotels aangelegd. Met effect!
S
12
Brijdorpe
Een ander voorbeeld waar het
waterschap oog heeft voor de
bijvinden we op Schouwen-
Duiveland bij buurtschap Brijdorpe.
Kantonnier Jan Heijboer ontwierp
een bijenvriendelijk parkje.
"Het was een studieproject voor de
mbo-opleiding tot toezichthoudend
kantonnier. De populieren die er
stonden waren rot en gevaarlijk
voor het verkeer. Nu hebben we
er fruitbomen geplant zoals de
hoogstamappel en -peer en een
bloemrijk graslandmengsel gezaaid.
We hebben rekening gehouden met
de bloeiperiode van de soorten zodat
er over een lange periode voedsel
voor de bijen aanwezig is." Zullen we
Brijdorpe dan maar omtoveren tot
Bijdorpe?
Laten we wel wezen: een bijenhotel
is behoorlijk sober. Meer dan
een hoop zand is het niet.
De schorzijdebij is dan ook snel
tevree: meer dan dat en zeeaster
voor de deur heeft-ie niet nodig.
Beleidsmedewerker Waterkeringen
Raymond Derksen was betrokken
bij de aanleg van de bijenhotels.
"Langs de Zeeuwse dijken is veel
voedsel beschikbaar maar weinig
nestmogelijkheden. Als je toch
aan zo'n dijk aan het werk bent,
is het een kleine moeite om van
overtollige grond een voorziening
te maken." Ecoloog Peter Meininger
van het voormalige projectbureau
Zeeweringen beschrijft het leefgebied
van deze zeldzame bijensoort:
"De schorzijdebij is een soort die
alleen buitendijks voorkomt. De bij
leeft in de buurt van het schor.
Ze graven een holletje in het zand
met een aantal zijgangetjes. In
ieder zijgangetje leggen ze een
eitje met een voedselvoorraad:
vooral stuifmeel van zeeaster. De
nestcelletjes worden bekleed met
klierafscheiding die verhardt tot een
zijdeachtige stof, vandaar de naam
zijdebij."
20.000 kamers
Inmiddels zijn er meer dan 30
bijenhotels verspreid over zes
locaties aan het Zeeuwse schor.
Ze zijn bijvoorbeeld te vinden bij
de Eerste en Tweede Bathpolder
bij Rilland en aan de noordkant
van Tholen en Sint-Philipsland.
Dat deze simpele inspanning effect
heeft, laat onderzoek van Stichting
Landschapsbeheer Zeeland (SLZ)
zien. Lucien Calle: "We hebben
gezien dat een groot deel van de
nestlocaties bezet is. Er waren meer
dan 20.000 nestholletjes in deze
kunstmatige nestheuvels. Zeker voor
het noordelijke deel van de Zeeuwse
delta geldt dat het overgrote deel
van de populatie schorzijdebijen nu
in de heuvels nestelt." SLZ gaat de
bijenhotels onderhouden.
Calle: "Onze vrijwilligers zorgen
ervoor dat de zandhopen niet te
veel begroeien."
Tuin vol nectar
De bij ook een handje helpen?
Dat kan! Door zelf een bijenhotel
te maken bijvoorbeeld. Bindt een
bosje droge stengels van riet of
bamboe bij elkaar. De stengels
hoef je meestal niet dicht te
maken, er zitten tussenschotjes in
die al voldoende afdichten. Plaats
het bosje in een houten kastje van
ongeveer 20 tot 30 centimeter
diep. Zorg wel dat de open delen
van de stengels naar voren zitten.
Hang het kastje aan een schutting
waar het in ieder geval enkele uren
per dag in de zon hangt. Ook het
zaaien van nectarrijke bloemen
trekt bijen aan. Planten waar de
bij dol op is, zijn bijvoorbeeld
gulden roede, dopheide, marjolein,
ezelsoor en langbladige ereprijs.
Ook (inheemse) soorten met
stuifmeel zijn van groot belang.
13
door Linda van Dijke
Hotel met
Scheldestromen zomer 2016
Het gaat niet goed met de bij,
wereldwijd is het een bedreigde
soort. Dat raakt ons mensen ook.
Veel van ons eten komt immers
voort uit het werk van de bijen.
Ze zorgen voor bevruchting van
bloemen, fruitbomen en struiken
zoals meidoorn en sleedoorn.
Scheldestromen zomer 2016