De jachthaven Oostwatering bij Veere heeft een roerig verleden. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de plek onherkenbaar veranderd. Ooit was het een plaats waar misdadigers werden opgehangen en walvistraan werd gekookt. Maar ook een post voor dijkwerkers en een plaats waar kunstenaars inspiratie opdeden. DYKHUI5 12 Aan de Polredijk in Veere is ergens in de 17e eeuw een huis gebouwd. De 12e eeuwse dijk beschermt Walcheren aan de noordkant tegen overstromingen. In de 16e eeuw ontstond een strekdam. Hier werden galgen opgericht, duidelijk zichtbaar voor de bemanningen van de schepen die Veere aandeden. Een gewaarschuwd man telt voor twee! Het huis had verschillende benamingen: Op 17e eeuwse kaarten werd het aangeduid als 'Aen het Leverhuijs' of 'Smeerenburg', waaruit af te leiden valt dat er een traankokerij in de buurt was. Op een 18e eeuwse kaart staan de woorden 'batterij' en 'wachthuis' erbij vermeld. Dat betekent dat er kanonnen hebben gestaan en dat het als uitkijkpost diende. Ook was het de vergaderplek voor het bestuur van de polder Walcheren, district Oostwatering. Waterschapshuis Het huis was meer dan honderd jaar dienstwoning voor de dijkopzichter van het district Oostwatering. Het was dus een waterschapshuis, dat ongeveer 300 jaar op die plek heeft gestaan. Een dijkopzichter beheerde en onderhield alle kustwerken zoals duikers, coupures, dijkovergangen, dammen en strandhoofden die in de dijken van zijn werkgebied aanwezig waren. Ook inspecteerde hij de staat van onderhoud en liet onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. Tevens schreef hij rapporten voor de ingenieur van de polder. Dijkopzichters waren essentieel voor het goed beheer en onderhoud en dus de veiligheid. Ze waren de ogen en oren van het polderbestuur, omdat ze veel gebiedskennis hadden. Ze moesten aan de ene kant goed kunnen omgaan met het bestuur, maar aan de andere kant zich ook kunnen handhaven in de wat rauwere wereld van aannemers en polderwerkers. Kunstenaars In 1912 kwam er een einde aan de waterschapsgeschiedenis van het dijkhuis. Het was overbodig en werd te koop aangeboden. Het Amsterdamse kunstenaarsechtpaar Lensvelt kocht het in 1918. Zij bewoonden het in de jaren '20 permanent. Al gauw kwamen er veel kunstenaars over de vloer die het huis en de omgeving vaak schilderden. Oorlog In 1942 werd het huis op bevel van de Duitsers ontruimd, omdat er soldaten ingekwartierd werden. Toen in 1944 de geallieerden de dijken bombardeerden om Walcheren onder water te zetten, werd het dijkhuis verwoest. De plek waar het stond veranderde in een stroomgat waar twee keer per dag het water doorheen stroomde. Toen Lensvelt in 1945 terugkwam, besefte hij dat zijn geliefde plek voor altijd verdwenen was. Hij zwierf nog een aantal weken over Walcheren en stierf in juli 1945 van verdriet en uitputting in het ziekenhuis van Middelburg. Tentoonstelling Het verhaal van het dijkhuis zou onbekend zijn gebleven als Ard Hesselink uit Groningen er niet door gefascineerd was geraakt. Zijn moeder groeide er op (dochter kunstenaar) en door haar verhalen werd het voor hem een bijzondere plek. Zo bijzonder dat hij vanaf de middeleeuwen tot de jaren '60 de geschiedenis van deze vierkante kilometer heeft uitgespit. Als resultaat wordt er vanaf 9 april tot en met 27 augustus 2017 in het Museum Veere (Stadhuis en de Schotse Huizen) in Veere een tentoonstelling ingericht over de bewogen geschiedenis van het dijkhuis en de omliggende polders. Op vertoon van dit tijdschrift krijgt u het tweede toegangskaartje met 50% korting. Geldig tot en met 27 augustus 2017. Het adres van het museum is Markt 5 in Veere. Met dank aan Ard Hesselink. 13 door Arjan Goossen Het verdwenen Scheldestromen lente 2017 Links: een pentekening van Frits Lensvelt. Rechts: de oudste bekende afbeelding van het dijkhuis van rond 1800. Scheldestromen lente 2017

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2017 | | pagina 7