niaföfc- -■ I'»#! mm uw w. ii *m Kijk eens om u heen, water is overal. In de zomer valt het misschien nog wel meer op. Omdat u ervan geniet, omdat de kleur anders is of omdat het stinkt. Hoe zit het met uw kennis over waterkwaliteit? Test het! De antwoorden vindt u op pagina 14. -1 ft b- ''i«v 'I SAtL.-■■j-W." SfJi ?X w$s 12 Wat is brak water? A. Verontreinigd water B. Zoet water met zeewater C. Zeewater met zout water Wat betekent kroos in de sloot? A. Dat er kikkers in leven B. Dat het zeer voedselrijk water is C. Dat het water heel gezond is Waar komt brak water voor? A. Waar de rivier de zee instroomt B. In de bergen C. In tropische landen Het onderwaterleven kunnen we indelen in: onderwaterbeestjes vissen planten Deel de volgende soorten in bij deze groepen. A. Snoek B. Fonteinkruid C. Steurgarnaal D. Bootsmannetje E. Waterpest 5. Wat is waar? A. Algen groeien met behulp van licht B. Algen groeien door stofjes uit het water op te eten C. Algen zijn eigenlijk een soort simpele vorm van plantjes D. Alle bovenstaande antwoorden zijn waar In welk water leven kreeftachtigen? A. Brak water B. Zoet water C. Beide 7. Is helder water altijd gezond water? A. Ja B. Nee C. Meestal wel 8. Wat is palingbrood? A. Een waterplant die specifiek voor Zeeland is B. Een vissoort die leeft in brakachtig water C. Een levende steen 9. Waar komen de meeste waterkwaliteits problemen van? A. Te zuurstofrijk water B. Lozingen van verontreinigd water C. Te veel voedingsstoffen 10. Microscopische plantjes in het water heten: A. Dwergkroos B. Blauwalg C. Fytoplankton 11. Wat is het bijzondere aan het schrijvertje? A. Dat ze tegelijk boven en onder water kunnen kijken B. Dat ze met elkaar communiceren door te schrijven over water C. Dat ze van kleur veranderen in de zon 12. Hoe weet een watervlo dat er een vijand in de buurt is? A. Ze gaan trillen B. Ze krijgen jeuk C. Dat ruiken ze 13. Hoe heten de diertjes die op het water kunnen 'lopen'? A. Kikkers B. Schaatsenrijders C. Muggen 14. Wat zegt veel over de waterkwaliteit? A. Het doorzicht B. De vissoorten die er in leven C. De kleur van het water 6. 13 door Linda van Dijke ii'jf- i A ij cl iJii, Test waterkennis Scheldestromen zomer 2017 Scheldestromen zomer 2017

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2017 | | pagina 7