Zeeuwse De één is bang voor onweer, de ander geniet ervan. Paul Begijn (32) is Boswachter Communicatie en Beleven bij Natuurmonumenten. In zijn vrije tijd is hij stormjager. Bij onweer of storm trekt hij eropuit. Hij vindt het prachtig om buien te bestuderen en te fotograferen. 7^ 12 die de fotogenieke plekken weet. Soms is het best lastig om goede fotolocaties te vinden, door wegen, bebouwing enzovoorts. En we moeten natuurlijk letten op onze eigen veiligheid want we willen geen schade. Daarom proberen we aan de rand van de bui te blijven om de hagelkern te ontwijken." Supercel Het liefst treft Paul een supercel: "Het zwaarste type onweersbui dat kan voorkomen op aarde. Maar die zijn zeldzaam in Europa hoor. Zo'n buitengewoon zware onweersbui kan wel vijf uur leven terwijl een gewone onweersbui het maar hooguit een half uur volhoudt. De straalstroom op 10 kilometer hoogte bepaalt de soort bui. Een supercel ontstaat als er veel warmte en vocht beschikbaar is én als de windsnelheid en windrichting in de boven- en onderlaag verschillend zijn. Dan ontstaat er een roterende opwaartse luchtstroom. De warme stijgwinden die de bui in stand houden worden niet onderdrukt door de koude daalwinden. Zo'n bui geeft enorm veel neerslag, gigantische hagelstenen en zeer zware windstoten. Zulk noodweer veroorzaakte op 10 september 2011 in Zeeuws-Vlaanderen veel schade door hagelstenen tot wel 10 centimeter. Meer dan 3000 auto's werden beschadigd. Dat is natuurlijk verschrikkelijk. Maar de bui had ook een mooie kant, een fotogenieke kant." Paul vindt een lange tijd hetzelfde weer maar saai. Zoals deze zomer met steeds zonnig en warm droog weer: "Door een blokkade van hogedrukgebieden was er geen kans voor lagedrukinvloeden en dan ontstaan er geen buien." Zijn voorkeur gaat uit naar dramatische, dreigende luchten met grote buien. En hij houdt van het 'blauwe uurtje' na zonsondergang: "Als een bui dan beschenen wordt geeft dat prachtige plaatjes." Bloemkool Voor Natuurmonumenten geeft Paul weerworkshops en in zijn vrije tijd geeft hij lezingen over meteorologie. "Wolken kunnen je helpen bij het voorspellen van het weer", zegt hij enthousiast. "Mijn fascinatie voor onweersbuien is eigenlijk ontstaan uit angst. Als kind speelde ik veel buiten en vond ik bloemkoolwolken toen al prachtig. Maar bij de eerste klap onweer gooide ik m'n skelter aan de kant en ging ik binnen achter het glas naar de flitsen kijken." Paul is uitgegroeid tot een weerfanaat en reist met een clubje van twaalf stormjagers buien achterna. Daarvoor trekt hij de Benelux, Duitsland en Frankrijk in. Achter de buien aan "We kijken naar de weermodellen om in te schatten waar buien kunnen ontstaan. Soms moeten we opeens op pad. Buien zijn maximaal vijf dagen van tevoren te plannen dus we hebben een flexibele agenda. Camera, lenzen, statief, volle accu's, laptop, smartphone en opladers gaan mee. En een handdoekje voor over de camera als het regent. We letten goed op de wolken. Bollen ze op dan is dat een teken van onstabiliteit en de tophoogte zegt iets over de zwaarte van de bui. We rijden met auto's de bui tegemoet en kijken hoe die zich ontwikkelt. Dan benaderen we de bui vanaf de meest fotogenieke kant. Dat is meestal de zuidoostkant waar de bui contact zoekt met het land, zoals bij een windhoos. In ons groepje zit iemand die klimatologisch heel goed is en we hebben een aardrijkskundeleraar 13 door Joséphine van Belzen stor mj ager jaagt 0p onweersbuien Scheldestromen herfst 2018 Links: Een voorjaarsbui boven 's-Heerenhoek, met koude bovenlucht en een hagelscherm. Soms een klap onweer uit zo'n type bui, een single cel. De korrelhagel van zo'n bui is ongevaarlijk. Schade door hagel ontstaat alleen bij zomerse onweersbuien met toppen tot wel 15 kilometer. De hoogte van deze bui schat Paul op zo'n 5 kilometer. Rechts: Paul met oma's barometer aan de boulevard in Vlissingen. Scheldestromen herfst 2018

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2018 | | pagina 7