Het is topdrukte voor de maaiers. Het maaien van alle slootkanten in Zeeland I is een van de grootste jaarlijkse waterschapsklussen. Hard nodig om de I waterafvoer in de winter te garanderen. Op z'n tablet ziet-ie precies waar z'n collega kantonnier kruisjes heeft gezet. Daar liggen de percelen die klaar zijn om gemaaid te worden. Momenteel is dat in de omgeving van Katseveer. "Als het gewas gerooid is, kunnen wij het land op. Het is echt super werk. Het knapt ermee op en je helpt de medemens ermee." Bij brede sloten moet André diverse keren heen en weer rijden om zo de hele schuine kant te kunnen maaien. "Ja, dan maak je niet zoveel meters per dag. Maar ik maak er een sport van om zoveel mogelijk kilometers te maaien. Ik wil niet achter de feiten aanlopen. Als ze petaten gaan rooien, moet ik zorgen dat ik met de tarwepercelen klaar ben. En nu is het nog droog, als het in het najaar gaat regenen, kun je het land niet meer op." De trekkers rijden zes dagen per week, 10 uur per dag. Of zoals André zegt: "Ik rijd door tot m'n tank leeg is." Zo hopen we eind dit jaar rond te zijn!

Tijdschriftenbank Zeeland

Scheldestromen/de Waterwerker | 2020 | | pagina 13