- 9 - WALCHEREN, 1938, Mev, C.t. vjtfieuwenhujrzen^ In de jaren rond 1938 was er een groot onderwijzers overschot en het bemachtigen van een baantje in die sector was dan ook geen eenvoudige zaak. Meestal moest je na het eindex amen genoegen nemen met de post van "volontair", wat beteken de, dat je in een klas mocht meelopen en nu en dan eens een les geven. Op de dorpen lag dat volontairschap gunstiger: daar hadden de onderwijzers meestal meer dan een leerjaar voor hun rekening en werd je dus een eigen klas toegewezen. Je stond dan wel met z1n tweeSn in hetzelfde lokaal les te geven, maar bij een eventuele sollicitatie kon je tenminste een referentie opgeven. De wat meer gelukkigen werden'kwekeling met akte", wat ongeveer hetzelfde inhield, alleen kreeg je een bezoldi ging» Zelf heb ik in die jaren als kwekeling met akte voor een hele tweede en een halve derde klas gestaan voor het be drag van 12,50 per maand. Voor nog eens 12,50 per maand gaf ik twee keer per week gymnastiekles in een gehucht, dat tot dezelfde gemeente behoorde en waar een eenmansschooltje was met een hoofd zonder bevoegdheid om gym nastieklessen te geven. Voor 25.- per maand fietste ik iedere dag onge veer 20 km. En grêfig, want ik bofte: ik had een betaalde baan. Op iedere oproep sollici teerde je, en dan moest je gaan "ken nismaken", wat inhield, dat je een bezoek ging afleggen bij de burgemeester en de wethouders van de gemeente, waar de begeerde school stond. Als beginnend on derwijzeresje kwamen alleen de dorpen voorlopig in aanmerking, wat soms problemen opwierp, daar de wethouders soms op gerui me afstand van de kom van het dorp op een boerderij woonden; soms in het veld waren, wat een danig heen en weer gefiets tengevolge had. Zo solliciteerde ik eens tijdens mijn kwekeling-met -akte-periode naar een van de Walcherse dorpen, en moest dus "ter kennismaking". Het dorp had twee 'wethouders en na mijn bezoek aan de burgemeester en een der twee magistraten, be sloot ik ook de andere die dag nog met een bezoek te vereren. Ik liet me terdege uitleggen waar ik de man eventueel zou kun-

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1972 | | pagina 11