snuffelen en aantekeningen maken» Het waren dan kleine
krabbeltjes op strookjes papier in heel klein schrift,
vaak met een potloodje. Uit al die losse wetenswaardig
heden verzamelde hij de stof voor een artikeltje, groot
of klein. Soms duurde het jaren voor hij zo'n artikel
kon samenstellen. Dan werd het geschreven in keurig
klein schrift met de kroontjespen en opgestuurd naar de
redactie. En dat die artikelen gelezen werden, bleek wel
uit de vele reacties die er op kwamen. Ook kreeg hij brie
ven uit alle delen van het land, of kwamen er historie
minnaars een praatje maken» Nooit zat hij meer op zijn
praatstoel dan 'wanneer het gesprek ging over dingen van
vroeger, over volksgebruiken, personen of gebouwen.. En
niet te vergeten de klederdrachten. Na z!n pensioen
fietste hij alle dorpen op Walcheren af om op de scholen
na te gaan welke kinderen nog de klederdracht droegen..
Mijn moeder heeft altijd de Walcherse dracht gedragen, ook
toen ze na de oorlogsverwoestingen bijna alles kwijt waren
en in Haarlem bij hun dochter inwoonden. Het was echt een.
grote vreugde toen ze weer in Zeeland konden terugkeren
en in Eitthem een huis kregen. Wat wandelde hij vaak naar
de dijk, waar vroeger de Schone Waardin stond, of langs
de kleine weggetjes met hun historische namen. En gere,~
geld, meestal zaterdags op de fiets naar Middelburg,,
naar de Prov»Bibliotheek om weer andere' oude boeken.
Dat hij ook bij z:n onderwijs op school aandacht be
steedde aan de plaatselijke en gewestelijke historie lag
voor de hand. Hij kon niet begrijpen dat een onderwijzer
in Middelburg wel vertelde over het beleg en ontzet van
Leiden, en niet over het beleg van Middelburg door Willen
van Oranje. Maar dat laatste stond niet in de schoolboek
jes, want die waren Hollands.
De mooiste momenten van zijn lange levensloop zijh we]
geweest de gouden bruiloft in 1954 en de diamanten in
1964. Allebei werden ze gevierd in dit gebouw met veel
belangstelling van familie en vrienden. En toen hij in
1966 op 83 jarige leeftijd overleed was er een grote be
langstelling op de begraafplaats en werden er veel waar
derende woorden gesproken, waarvan ik enkel die van de
heer De Kok, hoofdredacteur van de P.Z.C.wil aanhalen