- 8 - Daaruit blijkt, van hoe groot belang Walcheren was voor de machtige abdijen van Echternach, Gent en Utrecht, voordat Middelburg zelf een abdij kreeg (1123) wier in vloed zich uitstrekte tot verafgelegen plaatsen als Den Haag en Scheveningen. Niet voor niets heeft de Haagse St.Jacobstoren dezelfde veelhoekige plattegrond als de Lange Jan van Middelburgs abdij, Een van de mooist geschreven stukken - grafisch sieraad van de allerbovenste plank - is de brief, die betrekking heeft op een ruzie (anno 1490) tussen de abt van Middel burg en de deken van het kapittel van Zandenburg over 't benoemingsrecht van de pastoors in Oud en Nieuw Vlissin- gen. De abt vvist met zulke brieven van de paus in Rome gedaan te krijgen, dat beide Vlissingse parochies in de abdij werden geïncorporeerd zodat voortaan pastoors di rect uit de kanunniken van Middelburg konden worden ge- recruteerd. Een ander mooi geschreven stuk vermeldt, dat Walcherse parochies hebben meegedaan om de bouw van de Utrechtse dom te bekostigen; wel een bewijs dat dit Zeeuw se land er "goed voor" zat, althans wat de kerkelijke sec tor betreft. Het wereldlijke Walcheren had heel wat minder te vertellen; nu eens zat het onder de plak van de wilde viking Ilarald, dan weer was het bruidscadeau voor een by- zantynse keizersdochter die met een Duitse keizer trouw de, vervolgens werd het beheerd door de graaf van Vlaan deren en de graven van Holland, die stadsrechten verleen den aan Middelburg, Domburg, Westkapelle en Vlissingen. Floris V wilde ook Arnemuiden stadsrecht geven in 1288, maar door allerlei strubbelingen ging het pas in 1574 door, toen prins Willem van Oranje het voor 't zeg gen had. De hele geschiedenis is op de tentoonstelling af te lezen; ook wat er later gebeurde zoals bv de boerenop stand (in het zogezegde rampjaar 1672) tegen de Middel burgse pro-Franse regenten, en de rel over de psalmen van Datheen in de kerk van Biggekerke (1778). Een bijzonder belangrijk stuk Walcherse historie is van waterstaatkundi ge aard; wie de opgehangen kaarten bekijkt, beseft wat er alles voor nodig geweest is om dit wonderlijke stukje Ne derland, door zijn ligging zo kwetsbaar voor natuur- en oorlogsrampen, in "1000 n" jaar te maken tot wat het nu is; zo kort nog na de verschrikkingen van 1940-'45 en die van 1953 opnieuw een bloeiende tuin onder een hemel die lichter is dan waar ook. n n n

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1972 | | pagina 8