werpen!) van leden, die wensen te worden voorgelicht omtrent ouderdom, zeldzaamheid en waarde, meegebracht naar deze bijeenkomst, te bezien en te bespreken. Aan het einde van de lezing zal met de aanwezigen een afspraak worden gemaakt voor het bezichtigen van de COLLECTIE-BAL o.l.v. de heer F.II. Jilleba. Deelnemersbijdrage f. 1 ,- per persoon. III. TENTOONSTELLING- "GESCHIEDENIS ALS HOBBY" Bent u al op deze tentoonstelling in het Rijks archief geweest? Zo niet, dan hebt u nog kans tot 24 febr. (zie tijden op bijgaand stencilwerk) Zo ja, dan heeft u toch wel o.a. de fraaie foto's van het bezoek aan Rammekens gezien, gemaakt en geschonken door ons lid J.C. Stroo te Vlissingen. En het kleine beetje van de enorme schelpenverzameling van dhr C.Lous uit Westkapelle! En er is natuurlijk nog veel meer! Het hier bijgevoegde stencilwerkjes "Geschiedenis als hobby" is beschikbaar gesteld door het Rijksarchief; U vindt hierin een duidelijk overzicht van verenigingen in Zeeland, die zich geheel of gedeeltelijk met geschie denis bezighouden. ooo LANDSCHAPSARCHITECT C.P, BROBRSE OVER HERBEPLANTING Op dinsdag 21 nov. 1972 hield de landschapsarchi- tekt C.P. Broerse voor onze kring een goedbezochte le zing over "Walcheren, zoals het was, zoals het is en zo als het dreigt te worden.De lezing vond plaats in Se- rooskerke, het geboortedorp van dhr. Broerse. Hij begon met het schetsen van Walcheren, zoals het was voor 1940, toen het met recht "de tuin van Zeeland" werd genoemd. Het was een landschap vol afwisseling, ge groeid tot een harmonisch geheel, met karakteristieke dorpen, mooi beplante buitenplaatsen en boerderijen, boom weiden met oude iepen en wilgentronken, met meidoornheg gen, die behalve als omrastering der weiden soms ook dien den als eigenaarsgrenzen. Dit alles was niet bewust door onze voorouders gesticht, maar ongewild ontstaan, door oorzaken alss de geïsoleerde eenheid van het eiland, het klimaat, de waterhuishoudingde leefgewoonten. Spreker noemde het een voorrecht het zo gekend te hebben.

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1973 | | pagina 3