- 14 - vandaar het timmeren in de avonduren, een "beetje op voor raad. werken, zo werd een bedrijf opgebouwd. Wat roken die makrelen lekker. In het verenigingsge bouw werden ze uitgedeeld aan de werklozen, maar wij kre gen ze niet en ze werden niet gekocht ook, hoogstens 2 bokkingen, zaterdags. Ja toch, één keer kwam vader er met één thuis, het was een feest om nooit te vergeten, dat ben ik dan ook niet. We waren met 4 kinderen thuis en we deden er al onze boterhammen mee. Of pa en ma er ook van gegeten hebben? Hun portie zal dan neit groot geweest zijn. Zo dwalen je gedachten af als je in een museum bent en ook op papier zo te zien. En het hoeft niet altijd een kuns' werk te zijn dat herinneringen aan vroegere collega's op roept. Bij het repareren van hetplafond in de Herv. kerk, 't was nog in de oorlogsjaren, vonden we een plankje waarop geschreven; goed voor 1 kan, Jan Passenier 1882. Nu was die man al een jaar of wat dood., we dronken trouw- wens niet, afgezien dat er nog niets te krijgen was. Toen we het loshaalden stond aan de andere kant; wie dit vindt moet 2 kan geven, Pau de Voogd. Drank was toen een algemeen verschijnsel op het werk, al werd er vermoedelijk niet meer gedronken dan nu, het resultaat was altijd fu nest omdat er geen geld voor was en het daarom altijd ten koste van het gezin ging, al was de prijs een goeie 100 jaar geleden maar zon 60 cent per liter. Datver op het werk gedronken werd was natuurlijk niet zo verwonderlijk, want vrije tijd bestond nu eenmaal nau welijks. Vooral 's maandags was er altijd nadorst. Er werd" dan, en trouwens op andere dagen ook niet, nooit een ge legenheid verzuimd om een paar maatjjes te laten aanrukken. Zo waren G-errit en Lou samen aan het metselen aan een zelfde gevel. G-errit was links en dat leverde vroeger een paar cent per schof extra op! Dat kwam omdat ze dan beide vanuit het midden naar het eind toe konden werken; 2 rechtse metselaars beginnen beide links.. Eén moet er dan in het midden beginnen en kan het voorkomen dat de ander niet precies uitkomt waar zijn maat begon. Dat geeft dan weer geknoei of enkele stenen oprapen en opnieuw óf nauwer óf wijder leggen. Dat kost tijd en het was de baas wel wat

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1973 | | pagina 14