- 14 - volksgebruiken en al wat er behoort tot de eigen sfeer van een kleine gemeenschapwil die geleerde echter leren van de gewone man, die leeft en werkt in zijn dessa. Beter dan buitenstaanders weet dan de gewone man het raamwerk ervan. Men staat dikwijls verbaasd over de plaatselijke kennis van die gewone man of vrouw. Boor hun eenvoud beseffen zij veelal niet van welke waarde hun waarnemingen zijn. Zij blijven eerbiedig opkijken naar die -hogere, die gediplomeerde of zelfs gedoctoreerde, en zien aan hun eigen waarde voorbij. Be gewone man draagt daardoor tot het onderscheid maken ïzelf bij; de een kan de ander niet missen. Bij de drang naar kennis opdoen is o.rn. de heemkennis een goede vrucht. Vaar de prikkel tot kennis in historie, namenkennis, dialect, plantkunde, biologie, enz. aanwezig is, van nature meestal, komen ook de resultaten voor mens en omgeving tot uiting. In onze heemkundige kring wordt dit langzamerhand enigszins merkbaar. Be meesten willen alleen maar wat inzicht verwerven. Zij zouden echter meer moeten mee helpen aan opsporingen. Misschien komt ook dit nog wel eens J.L.v.L. MOLEMBAlX onder G-rijpskerke Be hofstede Molembaix, bewoond door de landbouwer E.Minderhoud te G-rijpskerke, Oostkapelseweg 10, heeft op Walcheren een bekende klank. Het is eigenlijk een voormalig buitenhuis van de familie Van Reigersberg. NAGTGLAS vermeldt in zijn "levensberich ten van Zeeuwen" (Vierde aflevering (1893) pag. 482; "Toen Smallegange zijn Chronyk schreef was Johan van Reigersberg, geboren in 1630, voor Zeeland gecommiteerde in de admiraliteit te Amsterdam en dijkgraaf van de Beemster. Hij was eigenaar van de buitenplaats Molenbaix (te G-rijpskerke) en op de afbeelding (in Smallegange) komt zijn wapen voor. Inderdaad vindt men in de GRONYK' van ZEELANB door

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1973 | | pagina 14