"ABDIJ VAN MIDDELBURG"
Tentoonstelling in het Rijksarchief in Zeeland
St. Pieterstraat 38, Middelburg
van 26 mei t/m 1 september 1973
Stichting van de abdij
Omstreeks 1100 stond Zeeland bewesten Schelde (Walcheren,
Noord- en Zuid-Beveland) onder Vlaams bestuur. Kerkelijk echter
viel dit gebied onder de bisschop van Utrecht. We zien in de
geschiedenis vaak, dat zoiets moeilijkheden kan geven. Ook om
streeks 1100 was dit het geval.
In Middelburg waren in die tijd twee kerken, nl. de West
monster, die op de Markt stond en de Noordmonster, die aan het
Hofplein stond. Grote delen van Walcheren en Zuid-Beveland be
hoorden bij één van deze Middelburgse kerken. Aan de Westmon
ster waren vermoedelijk meerdere geestelijken verbonden, die
tezamen een kapittel hadden gevormd, voornamelijk om de ere
dienst plechtiger te vervullen. Deze geestelijken werden aan
gesteld door de bisschop van Utrecht. De graaf van Vlaanderen
had geen enkele zeggenschap over dit kapittel. Juist in deze
tijd echter trachtte de Vlaamse graaf Robert II, Zeeland be
westen Schelde te voegen bij het Vlaamse bisdom Terwaan. Hij
werd daarin gesteund door de monnik Tanchelm of Tanchelijn, die
samen met de priester Everwacher naar Rome trok om bij de paus
deze gebiedsuitbreiding van het bisdom Terwaan ten koste van
dat van Utrecht te bewerkstelligen. In 1112, na de dood van de
Utrechtse bisschop Burchard werd inderdaad het Vlaamse Zeeland
tijdelijk onder beheer gesteld van de bisschop van Terwaan. In
1115 werd Tanchelm echter vermoord.
En daarmee waren de Vlaamse pogingen om Zeeland bewesten
Schelde aan Utrecht te onttrekken voorlopig mislukt. Voorlopig,
want een volgende Vlaamse graaf, Karei de Goede stuurde in 1123
zijn beproefde medewerker Albold, proost van Voormezele (ten
zuiden van leper in de provincie West-Vlaanderennaar Middel
burg om daar het kapittel van de Westmonster te hervormen tot
een kapittel onder de regel van St. Augustinus. Dit lukte en
hiermee was het oudste Middelburgse klooster gesticht. De ka
nunniken waren dus Augustijner koorheren en gingen in het zwart
gekleed.
De Utrechtse bisschop Godebold stond niet afwijzend tegen
over hervormingen als deze, maar de versterking van Vlaamse