- 2 -
invloed in dit gebied stond hem - gedachtig aan Tanchelm -
bepaald tegen. Toen dan ook in het voorjaar van 1127 de
Vlaamse graaf Karei de Goede vermoord werd, maakte hij van de
verwarring in Middelburg gebruik, door de Norbertijnen uit
Antwerpen hierheen te halen. Dit was de tweede hervorming in
korte tijd. Nu voorgoed. De Middelburgse kanunniken hebben
tot 157^ witte pijen gedragen en leefden naar de regel van
St. Norbertus.
Kerkelijke ontwikkeling van de abdij
De Norbertijnen of Premonstratenzers (naar de oudste abdij
van de orde te Prémontré, nabij Laon, Noord-Frankrijk) of
witheren (naar de kleur van hun kleding) waren de eerste
kloosterlingen die met succes zielzorg bedreven. Dit was dé
taak van de volgelingen van St. Norbertus, die zelf als boete
prediker grote delen van Europa was rondgetrokken.
Nog in 1127 kreeg de nieuwe Middelburgse abdij van bisschop
Godebold van Utrecht het "officium predicandi"het voorrecht
en de taak om te preken in Zeeland.
Vermoedelijk waren niet alle geestelijken van het kapittel
aan de Westmonster reguliere geestelijken geworden. Later
blijkt nl. dat één derde deel van de zielzorg in de Westmon-
sterparochie voor rekening kwam van de abdijdat wil zeggen
dat één van de drie pastoors van de Westmonster door de abt
aan de bisschop ter benoeming werd voorgedragen. Het is niet
ondenkbaar dat tussen de twee seculiere pastoors en de norber-
tijner pastoor, die met de overige kloosterlingen vermoedelijk
nog bij de Westmonster woonde, spanningen ontstonden. Misschiej
is dat de reden, waarom in 1150 het klooster verplaatst werd
naar de plaats, die we nu nog kennen als de abdij. Overigens
zijn de gegevens over de verplaatsing van de abdij te vaag,
dan dat het voorgaande met zekerheid gesteld kan worden.
In de kelder onder de oude statenzaal in het abdij complex
werden bij de restauratie na 19^0 tufstenen wanden uit de
twaalfde eeuw ontdekt; mogelijk is dat het oudste gedeelte van
de abdij. De kanunniken, die hier samenwoonden, verrichtten de
zielzorg vanuit hun abdij. In 1162 blijken al vijf kerken door
de Middelburgse abdij bediend te worden, nl. Westkapelle,
Oostkapelle, West-Souburg, Welle op Noord-Beveland en de West
monster voor één derde. In 1188 werd de zielzorg vergemakke
lijkt door het pauselijk privilege dat drie of vier leden van
de Norbertijner orde mochten wonen bij elk der door hen be-