- 5 -
van een nederzetting. Toen Noord-Beveland, na een eeuw
onder water gestaan te hebben, werd herbewoond, "bouwde
men in Kortgene om de oude kerk heen die was blijven
staan. Het kerkhof om de kerk was een afgesloten ter
rein en meestal rond of ovaal van vorm.
b» Het wed of de dobbe, ook wel vate (in dialect vaete)
EacTmeesXal binding met kerk en kerkhof (vaak op Z-Bev).
c. Het "kasteel" was meestal een stenen huis of een ver-
sëërkëi~T3ëërc[irïj waarvan we niet te groots moeten den
ken. Voorbeelden; dorpen op Tholen, Baarland en Haamstede.
d. De vliedberg of vluchtheuvel is een oud element in de
nëdërzëffïngënT Een groot aantal bergen is reeds verdwe
nen door afgraving.
De inleider ging daarna nader in op de verschillen
de typen van nederzettingen in zxiidwest Nederland, waar
bij hij onderscheidde;
1. de "burg"-nederzettingen die zijn ontstaan om een
burg? cTëzë-EëEEën eën~rönSë structuur en bestonden uit
een aardén wal'met gracht. Voorbeelden; Middelburg, Sou
burg en Burgh. Er bestond zelfs een gordel van burgen.
2. de ring-dorpen zoals bv Koudekerke en Drelsch.br'. Van
aIIë-Xypën~ïs"~Ée~'oorsprong van dit dorpstype het meest
duister. Deze dorpen ontstonden in het oude land tussen
1014-1100 op de kreekruggen.
3.de "voorstraat^-dorpen vinden we in de aangedijkte
pëlciërs7 Hi~zgn~nriüwïand-gebieden.
4- het Vringstraat"-dorp ontstond na de 15e eeuw. Voor-
Eëëïïï~~Nïëüwïan3"p~WaIai eren (17e eeuws) Dit waren
planmatig opgezette dorpen.
5._de "weg"- en"dijk"-dorpen groeiden spontaan.
6. Het dorp Borssele staat in deze rij geheel apart.
5it~is~in~T(o'TX'~geEeil planmatig opgezet volgens de re
gel van de "gulden snede".
Ten laatste wees de inleider nog op de gedeeltelijk
verdwenen nederzettingen oa Mariekerke en Krommenhoeke
De voorlopige conclusie van Drs. De Klerk was dat
alles wat we hebben in Zeeland niet los te maken is van