materiaal, b.v. uit boombladerens meer dan een eeuw geleden knipte een Brabantse schaapherder in een eike blad de mededeling? "In 1839 is L de Kadt Herder van Keusel benoemd". In de 18e eeuw kwam een nieuwe mode in de knipkunst in zwang, die in Frankrijk was ontstaan. Men ging schaduw beelden knippen en plakte deze op een witte ondergrond. Vooral portretten werden op deze manier gamaakt, veelal in profiel en in vele families zijn overgrootouders nog als silhouet aanwezig, ingelijst in een meestal ovaal zwart lijstje. Iedereen, die maar enigszins met de schaar overweg kon, hield zich bezig met de knipkunst, hetzij om de producten als versiering voor een speciale gelegenheid te bestemmen, hetzij om vrienden of familie leden op deze manier te portretteren. Maar er waren ook lieden, die van het knippen hun vak maakten; in 1812 maakte ene "C. Haanen, silhouetteur" per advertentie bekend, dat hij van plan was zich te 's Hertogenbosch op te houden en in 1814 deed een andere kunstenaar den volke Kond, dat hij "die de eer heeft gehad de vorst Koutouson Smolensky en de draaf Witgenstein in Tscherwonu naar het leven te teekenen" zich enige tijd te 's G-ravsnhage dacht op te houden en hij kondigde daarbij aan, dat hij naast al zijn andere vaardigheden "tevens silhouettes bewerkt". Ook op het platteland waren dergelijke prentenknippers weliswaar niet zo voornaam als bovenstaande heren, geen onbekenden, meestal werden zij kortweg aangeduid als "de Prentenknipperof "de Prentevent". Cruys Voorbergh vertelt, op Wik een "Jantje de Prente- knipper" ontmoet te hebben, en dit was waarschijnlijk Jan Visser, die in 1938 op 83 jarige leeftijd overleed. Van deze Jan Visser of Jan de Knipper is een Knipprent bekend van het kerkhof te Wik met op het hek "Laasste rustplaas" Op Walcheren kennen velen de Zeeuwse Jantje de Prenten knipper, maar hoe diens ware naam luidde: is niet met zekerheid bekend. Volgens zeggen werd hij 1810 in Heinekenszand geboren, trok hij als vrijwilliger mee met de 10-daagse veldtocht, raakte daar invalide en trachtte na zijn terugkeer een

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1973 | | pagina 8