kerk. Dit was rond 1328. De nieuwe kerk werd waarschijnlijk toegewijd aan O. L. Vrouw. Vanwaar deze mening De begraafplaats, die bij elke kerk hoorde, was omgeven door een ringmuur. De loop hiervan is nauwkeurig aan te geven. Vanaf een watergang, het Schuitvlot, die door de Rioolstraat, thans Weteringstraat, vervolgens door het blok tussen de Branderijstraat en het Groenewoud liep, en die bij de Schuit - vlotstraat zuidwaarts omhoog en dan door de Provooststraat en Sarazijnstraat in zee uitmondde, liep de scheidsmuur langs de achterzijden van de tuinen van de huizen aan Achter de Kerk en rond de Oude Maikt en sneed de voorzijden van de woningen in de Lepelstraat af, tot zij op de hoogte van de Branderij straat de tegenwoordige rooilijn volgde. In de St. Jacobs straat liep de ringmuur door, terwijl zij in de Vrouwestraat een onderbreking vertoonde. Dus de toe gang tot het kerkhof (en kerk) bevond zich voor de Vrouwestraat. Daaruit kan men de conclusie trekken dat de Vrouwestraat ouder is dan de St. Jacobs straat. En gebruikelijk in die dagen was de toegangsweg te noemen naar de patroon heilige van de kerk. Vandaar de mening dat de kerk eerst was toegewijd aan O. L. Vrouw. Later werd de kerk omgedoopt en toegewijd aan St. Jacob, waar aan de St. Jacobs straat dan zijn naam heeft ontleend. Dit gebeurde waarschijnlijk in 1490 toen de abt van Middelburg door de incorporatie in het onbetwiste ei gendom van kerk en collatierecht kwam. Hij liet de kerk grotendeels herbou wen en uitbreiden en om aan te tonen dat niemand meer iets over de kerk had te zeggen, doopte hij deze om tot St. Jacobskerk. DE KERK VAN NIEUW-VLISSINGEN Volgens deskundigen vertoonde de kerk voor de brand van 1911 en ook nu nog verscillende tijdperken van bouw en kenmerken van uitbreiding. Zo zou de to ren tot de transen, dus het stenen gedeelte van 43 meter hoogte en het pries terkoor uit de 14e. eeuw zijn. Bij de bouw had de kerk een middenschip met een even breed priesterkoor en twee zijbeuken. De toren moet tegen de westgevel hebben gestaan. De toren droeg een spits of helm. Het oudste gedeelte is te zien aan de raamomlijsting. Deze is gemaakt van baksteen. Bij de nieuwbouw werd baksteen afgewisseld met natuursteen. In 1490 toen de kerk door Paus Innocentius geïncorporeerd was in de O. L. Vrouweabdij van Middelburg, was het ogenblik gunstig om de waarschijnlijk reeds lang noodzakelijke uitbreiding tot stand te brengen. De westmuur werd verplaatst, zodat de toren in de kerk werd opgenomen. Het schip van de kerk met zijn twee zijbeuken werd herbouwd, waarbij aan iedere zijde een vijftal kapellen ten behoeve van de gilden werd toegevoegd. Tevens werden twee transepten of kruisbeuken bijgebouwd zodat een kruiskerk ontstond. De beuk tegenover de Vrouwestraat is waarschijnlijk ingericht geweest als Ma riakapel. Zeker is dit echter niet. Wel had deze kapel een bijzonder doel, want het dak ervan droeg een spits torentje met ijzeren kruis en verguld vaantje. In 1501 werd de spits van de toren vervangen door een opbouw met twee tran- s en. Van het interieur is in deze tijd zo goed als niets bekend. Wat de gildekapellen betreft, in een ervan had het schippersgilde het beeld van zijn schutspatroon, St. Christoffel, staan. Verder was één van de kapellen toegewijd aan het Heili ge kruis. Van de andere kapellen is niets bekend. Het kerkhof bevond zich op de plaats van de tegenwoordige Oude Markt. In 1861 zijn bij het leggen van gasbuizen nog verscheidene vergane doodskisten en been deren gevonden. Op het kerkhof bevond zich ook de pastorie, ongeveer op de plaats waar nu het begin van de St. Jacobsstraat is gelegen. Deze" werd in 1503 gebouwd. Voor 1500 heeft een andere pastorie gestaan op de plaats direkt achter het priesterkoor. Muurresten zijn later gevonden in de Lepelstraat, dicht bij de St. Jacobsstraat. In 1511 werd voor een derde maal een pastorie gebouwd aan de noordzijde van de kerk met daarbij een sakristie en een kosterswoning. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1975 | | pagina 11