Willibrordsput in Zoutelande in 1957, enz. die in kort bestek vastleggen wanneer en wat er in de jongste jaren met het dorpsaanzien is gebeurd. Dan het tweede boekje: 'Kent U ze nogdie van Valkenisse Het begint zo mooi met 'Die me ziet, die zal me kenne'. Hier staan er artikelen bij de portretten en groepsfoto's, die een schat aan informatie opleveren. En weer zoveel nauwkeurige data. Het begint op no. 1 met de zo bekende en zeer ge achte W.P.Calliber (1849-1937), in Middelburg overbekend sedert 1903, maar in Biggekerke in 1890 begonnen als godsdienstonderwijzer. En. welk een leven dige beschrijving van burgemeester L. Simonse uit Biggekerke in 1914 (no. 9). Het "rienk-rieën" bij no. 15 wordt in een notedop uitstekend beschreven, even als het ballegooien bij no. 16. Het geschrevene bij plaat no. 18 verhaalt hoe men stokoud kan worden. Waar gebeurd en om te schaterlachen. En dan de familie Maas op no. 22, een ondernemende familie. Dat de babbelaars van Maatje Roose op no. 26 even worden va.stgelegd, beroemd en op geheim re cept bereid, is een verdienste. Een foto van de eerste dorsmachine op no. 31 met goede informatie is prachtige documentatie. En ook B.Tj. Jonker, de godsdienstleraar uit Zoutelande, een fries die een uitnemende plaats in her vormd Zoutelande heeft bereikt, 23 jaar lang, bij plaat no. 37, wederom vol met feiten en jaartallen. Ook de kunstschilder G.Bergsma uit Zoutelande wordt niet vergeten, met weer een prima beschrijving. Beide boekjes zijn erg waardevol voor de plaatselijke historie van de dorpen Biggekerke Koudekerke en Zoutelande. De schrijvers hebben hun best gedaan. Zij weten erg veel van de huizen, de landerijen, en bovenal van de mensen die er woonden. Eén der oudere inwoners, lid van onze kring, merkte over deze boekjes eens op ik zou niet hebben durven schrijven wat zij hebben gedaan bij sommige foto's. Maar wij mogen blij zijn dat de schrijvers dat toch hebben ge daan. Hun boekjes behoren tot de beste over Walcherse gemeenten. v. L. WANDELING DOOR HET DORP SERQOSKERKE Zaterdagmorgen 14 december verzamelden zich een 30 tal leden van onze kring in de consistorie van de Ned. Herv. Kerk te Serooskerke met het doel wat meer over deze plaats aan de weet te komen door een wandeling onder leiding van ons bestuurslid F. van den Driest. Deze gaf eerst via projectie van kaarten en dia's een indruk van oud Seroos kerke. Hij gebruikte daarvoor o. a. afbeeldingen uit het boekje 'Veere in oude ansichten', dat hij samen met de heer Hendrikse het licht heeft doen zien. Vervolgens vermeldde de aankondiging in de Wete de bezichtiging van de kerk. Wat opvalt is het kraakheldere interieur. Deze kerk wordt met liefde schoon gehouden, een bewijs van het dorpskarakter, van dorpsgemeenschap waar ie dereen nog iedereen kent. In de kerk zijn 3 opvallende dingen te zien: een fraai besneden preekstoel met jaartal 1661; een staande grafzerk van de familie van Tuyl-van Serooskerke - van Swieten en een orgel (met een "onder 't orgel bank") dat geschonken werd door mevrouw Tak van "Vrederust". Doordat de heer v. d. Driest naast de koster ook de organist in het "geweer" had geroepen, konden de aanwezigen ook de klanken van het orgel over zich heen laten gaan en de mogelijkheden van het orgel aanhoren. We weten nu, dat de geldkist achter het orgel staat, maar wat er achter het hout van de pen, waar de dominee zijn muts op hangt, zit, dat blijft nog steeds een vraag. Naar buiten door de in passende stijl gerestaureerde ingang, waar dus het 21

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1975 | | pagina 23