HISTORIE OVER DE ROOMS KATHOLIEKE PAROCHIE VLISSINGEN
Betrouwbare historische bronnen over het ontstaan van de plaats VLissingen,
over de naam "VLissingen" en andere gegevens deze plaats betreffende, zijn
zeer schaars.
Nog schaarser zijn de gegevens over de parochie VLissingen.
We weten dat St. Willibrord rond het jaar 620 op Walcheren is geland en hier
het Christendom heeft gepredikt. Op de plaats waar nu Vlissingen ligt, zou
hem zijn fles zijn ontstolen door een bende bedelaars, wat de oorsprong zou
zijn van de bijnaam voor de Vlissingers "Flessendieven"
Deze fles is nog terug te vinden in het wapen van de stad: een zilveren fles op
een rode achtergrond.
De tegenwoordige stad Vlissingen is niet de woonplaats van de eerste ingeze
tenen geweest, doch lag ten westen daarvan, ongeveer ter hoogte van de plaats
die wordt begrensd door een denkbeeldige lijn Parklaan - Badhuisstraat -
Julianalaan - Zandweg - Boulevard Evertsen en heette Oud-VLissingen.
Opgemerkt dient te worden dat de kustlijn in die tijd veel verder in zee lag.
Begonnen als nederzetting met enkele huisjes bij een veer op Vlaanderen
breidde het zich steeds meer uit. Toen er steeds meer inwoners zich hier
vestigden werd de R.K. Parochie gesticht.
WANNEER
De overlevering geeft als jaartal 927, maar zeker is dit niet. Het eerste jaar
tal dat door documenten wordt bewezen is 1247.
Voor een duidelijk overzicht gaan we even naar Souburg. Deze plaats wordt al
eerder genoemd.
Souburg, of zoals in een stuk van 1162 Sutburch, bezat één van de vijf hoofd
kerken van Walcheren. De anderen waren gelegen te Westkapelle, Oostkapel-
le en twee te Middelburg, n. 1. de Westmonsterkerk en de Oostmonsterkerk.
Een bisschoppelijk charter van 1247 spreekt van een kerk te Subburch en noemt
onder haar appendiciae ook Oister Subburch. Van die tijd af is er sprake van
Oost-Souburg en West-Souburg.
De kerk van West-Souburg was toegewijd aan Sint Martinus. Zij had als doch
terkerken o. a. Gommerskerke (nu Nieuwerve), Ritthem en Vlissingen. Alle 3
in 1247 voor het eerst vermeld.
Volgens gegevens die zich bevinden in het Vaticaans Archief te Rome zou de
kerk in Oud-Vlissingen zijn toegewijd aan St. Petrus. (Patroon van de vissers).
PLAATS VAN DE KERK
De plaats van de kerk was gelegen aan wat tegenwoordig de Badhuisstraat is,
ongeveer voor het tegenwoordige Stadhuisplein.
Er omheen bevond zich een kerkhof in de vorm van een rechthoekig trapezium
met de scherpe hoek naar het zuiden. De pastorie, in die tijd genoemd "Papen
huis", stond ten zuidwesten van de kerk op ongeveer 75 meter er vandaan en
gescheiden door de dorpsstraat. De kerk bestond waarschijnlijk uit twee delen,
een hoog en een laag gedeelte. Het hoogste deel was het jongste.
Het hoogste deel, waarin een afgerond priesterkoor met twee of drie ramen,
had aan beide zijden drie ramen.
De tegen de kerk staande toren met overhoekse steunberen en een spits in pyra-
midevorm leek veel op die van Oost-Souburg. Het lagere deel had aan beide zij
den twee ramen.
De bouw zou zich als volgt hebben kunnen voltrekken toen Vlissingen een zelf
standige parochie werd, is er een kleine kerk met toren gebouwd. Later, toen
dit te klein werd, is het priesterkoor afgebroken en op die plaats het hogere
deel gebouwd.
7