Met een rode sjerp om, het teken zijner waardigheid; in zijn rechterhand de
sabel en in de linkerhand een ontvangen prijs, maant hij verder tot stilte.
Ieder weet wat er komen gaat en houdt zijn mond. Dan schreeuwt de kaptein
zijn gebruikelijke formule, een gebeuren dat die dag nog ettelijke malen zal
plaatsvinden.
"Ménsen, ier me nog een mooie pries van (dan volgt de naam van de
gever, die hij met zijn sabel aanwijst) - datten nog vele jaeren zo'n mooie
pries an de gooischieters mag geve, ier eie de man, wat eit ten an, grauw,
blauw en hoera, lang zal ie leve", en heel de zaal zingt mee.
Het dorp rond
Na dit intermezzo gaan de aanwezigen verder met wat zij "ouwe weschappelse
vaeses" noemen, want hun repertoir is onuitputtelijk. De gaaischieters ver
trekken naar een ander café en als zij rond zijn geweest gaat het gaaischieten
weer verder. Dat duurt tot ongeveer 5 a 6 uur in de middag. Dan wordt voor
de deur van "Het Kasteel van Batavia" door de kaptein de stoet ontbonden en
deelt hij mede, dat ieder om 4 uur 's maandagsmiddags hier wordt terugver
wacht. Dan wordt de kaptein op de schouders genomen en naar binnen gedra
gen. Vanaf dit moment is iedere gaaischieter vrij en valt niet meer onder de
ijzeren discipline.
De zondag daarop is het opmerkelijk stil in het dorp. Maar 's maandags op de
afgesproken tijd is ieder aanwezig in "Het Kasteel van Batavia". Dan wordt de
balans opgemaakt. De kaptein met zijn staf hebben de boeken gekontroleerd en
de 2de. fourier, "slokjesjoen" genaamd, die de gelden beheert en de uitgaven
verricht, wordt gedechargeerd. Het overschot wordt fris gemaakt, men doet
een laatste ronde langs de café's en gaat dan de laatste ceremonie verrichten.
Naar 't huis van de burgemeester
Ze trekken op naar ft huis van de burgemeester, die hierop is berekend.
De sigaren staan klaar en er is wat onder de kurk. De burgemeester komt
met zijn gezin naar buiten en dan wordt hij door de kaptein in een kort
speechje dank gebracht voor zijn medewerking en de prijs die hij geschonken
heeft. Door de burgemeester wordt een sigaar en een glaasje geoffreerd, en
tevens maakt hij van de gelegenheid gebruik om wederzijds zijn dank uit te
spreken voor de prettige manier waarop het gaaischieten weer heeft plaatsge
vonden en hij prijst hen om hun vasthoudendheid om dat stukje dorpstraditie
te blijven bewaren.
Daarna begeeft men zich weder, al zingende, naar "Het Kasteel van Batavia",
waar de stoet ontbonden wordt, met de wens het volgend jaar weer te schie
ten.
Plaatselijke folklore
Het gaaischieten is een heel oud gebruik. De manier waarop het in Westkapel-
le beoefend wordt (alleen de buurgemeente Domburg doet het op dezelfde wijze)
is uniek. Het mag dan ook tot de plaatselijke folklore gerekend worden. Het
geniet van ieder de volste medewerking. Zij die van de kermisjool niets moe
ten hebben zijn erg tolerant wat het gaaischieten betreft.
De kermis in Westkapelle zou veel van zijn aantrekkelijkheid verliezen, als het
gaaischieten niet meer beoefend zou worden. Te meer daar het ringrijden op
de kermis niet meer plaatsvindt.
12