effend was, trok men, nog steeds in vol ornaat, naar het "Koffiehuis", waar
de ringrijders huisden, van waaruit broederlijk dooreengemengd de ringrijders
en gaaischieters hun laatste ronde deden langs de plaatselijkecafé's. De prijs
winnaars trakteerden dan meestal en het batig saldo van ringrijders en gaai
schieters werd gezamenlijk fris gemaakt. Rond 7 uur werd voor "Het Kasteel
van Batavia" heel de stoet ontbonden en ieder van zijn plicht ontheven.
Hoewel het gaaischieten meestal werd bedreven door dijkwerkers en andere
werknemers en het ringrijden door boerenzoons en boerenknechten was er bij
het kermisvieren zo een eenheid en gemoedelijkheid, dat het bijna nooit tot
onenigheid kwam. Vechtpartijen of andere uitwassen behoorden tot een hoge
uitzondering. Voor mij staat het vast, dat het vieren van de kermis, de bekend
staande gemoedelijkheid en onderlinge verdraagzaamheid van de Westkappe-
laars in de hand werkt. Erg jammer is, dat het ringrijden op de kermis tot
het verleden behoort. Als gevolg hiervan wordt nu ook meer van boerenzijde
aan het gaaischieten meegedaan. Dat is helemaal geen bezwaar, integendeel,
het handhaaft de goede verstandhouding. Dat het festijn een zuiver Westkappel-
se hoedanigheid is, blijkt wel uit het feit, dat de niet autochtone bevolking er
niet aan mee doet. Het gaaischieten geniet, buitenom de Westkappelaars zelf,
niet de publiciteit die het qua zijn bijzonder karakter en zijn verleden, zou mo
gen genieten.
Westkapelle, W.Gabriëlse.
DE KUSTTELEGRAAF IN DE FRANSE TIJD (door A. J. Schutijser)
Rijkswacht, brandweer en Rode Kruis beschikken nu over radio-uitzendingen
op korte golflengte waarmede zij onmiddellijk in verbinding kunnen treden met
hun wagens die in de omgeving op de weg zijn. Dit is een van de grote ver
wezenlijkingen van de laatste halve eeuw, namelijk de rechtstreekse oversei
ning van berichten en mededelingen.
Vroeger, tot in het einde van de 18e. eeuw, gebeurde het snelle overbrengen
van berichten door middel van boden te paard. De eerste grote verbetering
werd ingevoerd door gebruik van de optische telegraaf, uitgevonden door Ir.
C. Chappe,, die voor het eerst in werking kwam in 1794 tussen Parijs en
Rijssel en die weldra verlengd werd tot Brussel. Daarna werden de bijzondere
Franse steden telegrafisch verbonden met Parijs.
Deze telegraaf bestond uit signaalmasten met beweegbare armen, die enigs
zins geleken op de vroegere seinmasten van de spoorweg. Deze seinmasten
werden opgesteld op hoogten of torens in het zichtbereik van de naaste twee
posten. Door de onderscheidene standen van de armen werden letters over
geseind. Deze telegraaf kon enkel werken bij goede zichtbaarheid
Toen in 1794 de legers der Franse Republiek onze gewesten bezet hadden,
werden langs onze kust ten dienste van de marine, observatie- en seinposten
ingericht om de bewegingen van de Engelse vloot in het oog te houden en dit
langs de kusttelegraaf over te seinen naar het opperbevel van de marine te
Boulogne
Langs de kust telde deze telegraaflijn 17 seinposten, die immer meer werden
verbeterd. Eerst werd geseind met drie vlaggen en drie wimpels in rood, wit
en blauw. Later met 16 vlaggen en 4 wimpels. Tussen de oude Franse grens
en het Hazegras bij Knokke lagen in 1799 17 posten, die gemiddeld op drie en
een halve kilometer van elkaar verwijderd waren. Ze lagen op de duinen te
Adinkerke, Koksijde, Oostduinkerke, Nieuwpoort (west en oost van de haven
ingang), Westende, Mariakerke, Oostende, Bredene, Klemskerke, Vlissegem,
15