archieven 1927, II, p. 615 e. v. Supplement door L. E. de Brakke in Verslagen 1929, II, op p. 355 e. v. (Hiervan speciaal de inv. nrs. 24-26 en 80, 25a en 25b. Geraadpleegde literatuur A. Walraven en F. P. Polderdijk, Geschiedenis en plaatsbeschrijving van de gemeente Nieuw- en Sint Joosland, Middelburg, 1896 Voor de in de geschiedenis van Nieuwland geïnteresseerden moge volstaan worden met een verwijzing naar dit vrij uitgebreide werk. P. W. Sijnke. De Bijlage Staat der bevolking van Nieuwland in 1810 (Mulder, inv. nr. 24) is opgenomen in de bibliotheek van de Heemkundige Kring en is voor elk lid dus ter inzage op te vragen bij de secretaris. Wil men de 6 bladige namenlijst met geboorteplaats, ouderdom en beroep zelf aanschaffen, dan kan men zich in verbinding stellen met de samensteller de heer P. W. Sijnke, te bereiken op het Gemeentelijk Archief, tel. 01180-26251. PIETER DE PLAA (door E. P. Oldenkamp, dierenarts te Meliskerke van 1957-1974). Eén van de merkwaardige historische figuren, waarover op de lange winter avonden veel verteld werd (en nog wordt) is Pieter de Plaa. Deze man had in de vorige eeuw niet alleen door zijn merkwaardige genees wijzen, zijn bijzondere manier van optreden, maar ook door zijn markante persoonlijkheid hele generaties - in die tijd toch al wat bijgelovige - plattelands mensen een enorm ontzag ingeboezemd. Pieter de Plaa is geboren in West-Souburg, op 16 mei 1814, als zoon van Cor- nelis de Plaa en Pieternella Kesteloo. Nadat hij nog in Koudekerke had ge woond, verhuisde hij op 3 mei 1835 naar Meliskerke om hier te trouwen met Adriana IJzebout (of IJzeboud). Uit dit huwelijk werd op 13 februari 1836 hun enig kind geboren: Cornelis Elisabeth. Deze dochter trouwde met de op 20 november 1835 geboren Willem Sanderse, die in het leven van de Plaa een grote rol ging spelen. Het dorp Meliskerke telde in 1827 418 inwoners, die in 62 woningen waren ge huisvest: 19 huizen in het dorp en 43 als verspreide boerderijen met arbeiders woningen. Meliskerke was in deze periode een vrij levendige plaats met vrij veel verkeer van doortrekkend volk, marskramers en wagens. In tegenstelling tot Biggekerke en Zoutelande had Meliskerke zelfs een loge ment. Het was daarom misschien niet zo verwonderlijk, dat Pieter de Plaa zich juist hier ging vestigen. Hij was een vrolijke jongeman met een athleti- sche, reusachtige figuur, die hier als boerenknecht zeker aan de kost zou kunnen komen. Over deze periode van de Plaa is zo goed als niets bekend. De diergeneeskundige verzorging in deze tijd was in handen van plaatselijke veeartsen; dit waren boeren of boerenknechten, die aan hun kennis kwamen door overlevering of empirie en die tevens veel leerden van de militaire paar denartsen. (Pas in 1821 is de Rijksveeartsenijschool in Utrecht van start ge gaan, en degenen, die uit Utrecht kwamen, mochten de titel Rijksveearts dra- gen. De Plaa ontwikkelde zich al gauw tot veearts. Hij woonde in het smalle pand in de Torenstraat, tussen de oude timmerwinkel van P. Harpe en de wagenmakerij 19

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1975 | | pagina 29