Ie en Vrouwenpolder bestaat het duingebied uit een steeds groter wordend aan tal duinenrijen. De binnenduinrand is begroeid met o. a. vlier, duindoorn, braamstruiken en meidoorn, de buitenkant vrijwel uitsluitend met helm en bies- tarwegras. De waterwingebieden Valkenisse en Oranjezon zijn ornithologisch gezien de belangrijkste gebieden met een ook wat meer gevarieerde en hogere begroeiing: wilg, populier, es, iep, eik, kastanje en andere soorten. Bij Val kenisse en Oranjezon bestaat een deel van de begroeiing uit naaldhout. WEIDEGEBIEDEN. Aangezien op Walcheren het accent op de landbouw ligt, is er praktisch geen weidegebied van betekenis te vinden. Hierop bestaat één uitzondering: het gebied gelegen tussen Grijpskerke, Middelburg en Seroos- kerke, beter bekend onder de naam "Sint Laurense Weihoek". Voorts een klei ne strook achter de duinenrij van het waterwingebied Oranjezon. KREKEN. Op Walcheren bestaan vier binnendijkse kreekelicten, te weten: a) bij Vlissingen: Deze kreken zijn gelegen achter de Nolledijk en ontstaan toen in 1944 deze dijk werd gebombardeerd door de geallieerden, om Walcheren te inunderen. De meeste kreken zijn ornithologisch van weinig betekenis; de grootste doet fs zomers dienst als kanovijver; b) bij Westkapelle: Deze zijn op dezelfde wijze ontstaan. De kreek wordt in twee gedeelten gesplitst door de weg tussen Westkapelle en Zoutelande. Het wes telijk van deze verkeersweg gelegen gedeelte van de kreek is door de recrea tieve omgeving ornithologisch weinig interessant. Alleen tijdens het winter halfjaar wordt deze kreek geregeld door waterwild bevolkt. De oostelijk gelegen kreek is vrijwel ontoegankelijk en biedt daardoor meer broedgelegenheid aan rietzangers, kleine karekieten, waterhoentjes, meer koeten en dergelijke. Deze kreek is omgeven door een brede rietkraag, in tegenstelling tot de westkreek die slechts hier en daar van een dergelijke (zij het veel smallere) begroeiing is voorzien. Deze kreken hebben nog steeds hun brakke karakter behouden; c) bij Veere: Ook deze binnendijkse kr eekelicten zijn overblijfselen van de inun daties van 1944. Het gebied is in beheer bij Staatsbosbeheer en voor publiek vrij toegankelijk. De begroeiing rondom bestaat uit aangeplant loofhout. De kreken zelf zijn door een vrij smalle rietkraag omzoomd en bieden in hoofd zaak broedgelegenheid aan kleine karekiet, rietzanger, meerkoet en water hoen. Tijdens het winterhalfjaar worden de kreken matig bezocht door door trekkers en wintergasten; d) bij Rammekens: Evenals de hiervoor behandelde kreken overblijfselen van de inundaties en in beheer bij Staatsbosbeheer. Dit natuurreservaat is ge deeltelijk, buiten de broedperiode, toegankelijk voor het publiek. Het ge bied bestaat uit diverse kreken en eilandjes en is ornithologisch zeer inte ressant. Het kan voor een groot gedeelte vanaf de zeedijk worden overzien. De kreken hebben veelal steile overs, waardoor het aanliggend gebied niet bijzonder geschikt is voor het broeden van steltlopers. BOSSEN. Walcheren is zeer arm aan opgaand geboomte, hetgeen in hoofdzaak te wijten is aan de inundatie van 1944. Na die tijd is er veel aangeplant, o.a. bij Vlissingen (Nollebos), gelegen rondom de zgn. Nollekreken; Valkenisse, gele gen aan de binnenduinrand; Westkapelle, gelegen rondom de westelijke kreek; Veere, gelegen rondom de kreken; Rammekenshoek, gelegen rondom de kre ken. Het oorspronkelijke bosgebied vinden we uitsluitend op Noord Walcheren, tussen Domburg en Vrouwenpolder: het gebied dat door de hogere ligging is gespaard gebleven voor de inundaties. Het meest bekend en interessant zijn de omgeving van Westhove en de Manteling te Domburg, het Oranjebos en Ber- kenbos te Oostkapelle en de bossen in het waterwingebied Oranjezon. Enige ornithologisch belangrijke plaatsen 10

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1975 | | pagina 12