cheren aan deze teruggang wel debet zullen zijn. Kemphaan Vroeger schaarse broedvogel in de weilanden tussen Serooskerke Sint Laurens en Veere. Is liefhebber van drassig weiland, dat na de herverka veling en de daarmee gepaard gaande verandering van de grondwaterstand op Walcheren vrijwel ontbreekt. Kwartelkoning; Omstreeks de jaren 1920 een vrij algemene broedvogel. Door het toenemend gebruik van maaimachines en gewijzigde maaimethoden volgde al snel een zeer sterke vermindering van het aantal broedparen. Raaf Volgens Albarda (1897) broedde de raaf in alle provincies. Gezien het feit dat ons noch broedgevallen voor Walcheren noch waarnemingen na 1900 bekend zijn, nemen wij onder voorbehoud deze soort op grond van Albarda*s mededeling op als voormalige broedvogel. Roek Broedde in 1924 (Wolda-1926) in vier kolonies op Walcheren: in de om geving van Middelburg (26-50 paren), Nieuw-en St. Joosland (26-50 paar), Ar- nemuiden (6-25 paar) en in de omgeving van het Noord Sloe (26-50 paar). Totaal ca. 114 nesten. Voor het jaar 1936 werden door de redaktie van Ardea (1938) de volgende kolonies vermeld: Vlissingen (101-200 paar), Ter Hooge (51-100 paar), Middelburg (51-100 paar) en Grijpskerke (26-50 paar). Totaal ca. 210 nesten. Omstreeks die tijd begon men met de bestrijding van de broed sels: op Ter Hooge werden de roekennesten stelselmatig met de jongen verwij derd (zie Ardea 33, p. 199, Van Lynden). Toen bij de inundaties van 1944 de nestgelegenheid op Walcheren vrijwel nihil werd, vonden er verplaatsingen plaats naar andere gedeelten van Zeeland. Nog enige jaren na de oorlog broedde de soort in de omgeving van Middelburg, doch is daarna niet meer als broedvogelbekend geworden. NASCHRIFT Zoals in de inleiding al gezegd is, wil dit artikel niet meer dan een globale in druk geven van het voorkomen van de diverse vogelsoorten op Walcheren. Het zijn er waarschijnlijk wel meer dan u ooit hebt gedacht! Is uw interesse gewekt: schaf u een kijker aan en een vogelboekje - er zijn er vele goede in de handel - en trek er op uit. Waarschijnlijk wordt u evenzeer gegrepen door het vogelleven als B. J. Smulders, Vlissingen. juli 1975. Laat het De Wete weten. Een Vlissingse primeur Tijdens de Duitse bezetting was het verboden een school te noemen naar een levend lid van het koninklijk huis. Toen de vernieuwde christelijke lagere school aan de Grote Markt te Vlissingen in gebruik moest worden genomen en vernoemd wist het bestuur dat prinses Juliana in verwachting was. Gezien de kans dat het een prinsje zou worden en dat het dan Willem zou heten heeft men heel slim de naam Prins Willemschool gekozen. Zij zouden dan een primeur hebben gehad, waar de bezetter weinig aan kon veranderen. Het werd een prinsesje: Margriet, en men heeft een generatie moeten wachten tot de echte prins Willem werd geboren. Omdat de bevolking het slimmigheidje niet kende werd de school ook wel fou tief Willem de Zwijgerschool genoemd. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1975 | | pagina 17