Willem Gabriëlse interesseerde zich in zijn jonge jaren hevig voor de po litiek. Alles wat hij in zijn handen kon krijgen over de landelijke en plaat selijke politiek verwerkte hij. Hij werd lid van de plaatselijke Werkmanspartij. En hij bezocht alle verga deringen trouw, waarbij hij ook zijn zegje wel zal hebben gevoegd. In 1939 kwamen er verkiezingen voor de gemeenteraad. Er ontstonden wat problemen in de Werkmanspartij omdat de namens deze groep zittende wethouder W.Huibregtse ditmaal niet als nr. 1 op de lijst wilde. Hij had wat kritiek vernomen op zijn werk en hij wenste een toetsing. Hoewel de Werkmanspartij slechts twee raadszetels van de zeven bezette, wilde Huibregtse ook niet nummer 2 of 3 worden, doch verlangde plaats 4 op de lijst van candidaten. Ze moesten hem dan maar kiezen met voorkeurs stemmen öf wippen. Zo zijn die mannen van Westkappel. De tweede man van de lijst, ook een Huibregtse wilde niet nummer 1 op de candidatenlijst. Er was dus geen candidaat voor nummer 1. De vergadering wees toen Willem Gabriëlse aan voor nummer 1, en hij aanvaardde het. Willem was 30 jaar oud, erg jong voor het dorp. De verkiezing slaagde bijzonder goed voor de Werkmanspartij. In plaats van twee kregen ze nu drie zetels in de gemeenteraad. Wethouder W.Huibregtse was als num mer 4 met voorkeursstemmen gekozen. Hij werd weer wethouder na dit vertrouwensvotum. En Willem Gabriëlse werd zo lid van de gemeente raad» Hij is het niet lang gebleven, want in mei 1940 brak de wereldoor log uit en enkele jaren later werd de gemeenteraad buiten werking gesteld door de bezetter. Aan het einde van de oorlog was wethouder Huibregtse bij het bombarde ment gebleven, zodat het bestuur der gemeente in handen was van de enig overgebleven wethouder L-.Roelse. De burgemeester was ook buiten dienst. Dat was voor L. Roelse in het vernielde Westkapelle een te zware taak. Een noodgemeenteraad kon ook niet worden benoemd, omdat het inwoner tal was gedaald tot beneden de vereiste 80% van het oorspronkelijke aan tal stemgerechtigde inwoners» L. Roelse schreef aan de in Zuid Beveland geëvacueerde Willem Gabriëlse terug te komen» Zo is het ook gebeurd. De commissaris der Koningin benoemde L. Roelse tot waarnemend bur gemeester, in afwachting van de terugkeer van burgemeester jonkheer De Casembroot, en H. Cijsouw (S.G.P. met Willem Gabriëlse (Werk manspartij) tot wethouders. Toch was Willem Gabriëlse geen volgzame man. Hij paste natuurlijk ge heel in het patroon van de bevolking naar afkomst en karakter. Hij ge droeg zich misschien nog wat onafhankelijker dan de gemiddelde West- kappelaar. Zo volgde hij de catechesatielessen trouw en werd ook belij dend lid van de Ned. Hervormde Kerk. Doch daarna beëindigde hij zijn regelmatige bezoek aan de kerk, hoewel hij steeds lidmaat is gebleven. De verplichtingen aan het lidmaatschap verbonden hinderden hem, de on afhankelijke, de zelfstandige. Hij verzette zich niet tegen het geloof, al lerminst, doch hij was een opgewekte jongeman die van ft korte leven ook wel wat wilde genieten» Daarbij had hij duidelijk voor het socialisme ge kozen. Hij was daartoe van nature gekomen, door de armoede van de mensen in zijn dorp. Hij ging twee kranten lezen, de Middelburgse Cou rant en Het Nieuws van den Dag. Dit laatste blad ergerde hem in de voorlichting. Hij ging zich abonneren op Het Volk, dat meer de belangen van de werkman vertolkte. Willem had een groot geloof in de vooruitgang voor de arbeidersklasse. Dat was zijn ideologie, en het kwam voort uit de grote behoefte aan lotsverbetering. Hij geloofde jarenlang echt, dat ie dereen socialist zou worden!- Omdat hij zijn meningen goed verwoorden kon en hij door zijn natuurlijk lei derschap gezag verwierf kwam hij door de democratie in de plaatselijke politiek naar voren. Eenvoudig, omdat hij precies paste in de omstandig- 9

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1976 | | pagina 11