Het De Ruyterraam in de St. Jacobskerk in Vlissingen
Ze gunden elkaar niet de eer om die titel te bezitten. Het kon er soms
aardig van langs gaan, zo onder elkaar. "Je mag praten wat je wilt, maar
die leugen hou ik vol" sprak een van hen in het heetst van de strijd, waar
op de ander repliceerde "je liegt, je ziet er godome zwart van". En bij dit
laatste woord bleef het dan voorlopig. !s Mans gaven waren erkend.
Verder worden we door Faasse gebracht bij het ringrijden en gaaischieten
en om niet te vergeten: Roet met zijn ijscowagen. Een verweerde bonk, die
heel de wereld had omzworven, maar op zijn ouden dag toch maar weer do
micilie vond in zijn vertrouwde geboorteplaats, waar hij met verkopen van
schepijs, (niemand kon ijs maken zoals Roet) en als caféhouder aan zijn kost
je kwam. We zien ook de huifwagens (verewagen) waarmee de boerenbevol
king éénmaal in de zomer ging spelerijden. Een koek en zopiekraam (meer
zopie dan koek!) op het gemeentelijk ijsveld, "Nova Zembla" geheten.
We zien de meisjes pootjesbaaien, de rokken angstvallig om de benen ge
klemd. De voetbalclub "De Noormannen" in wording. En dan een van de
meest karakteristieke figuren Jantje Wit, die met zijn paar jeugdige hel
pers de koeien, soms meer dan honderd, hoedde voor de keuterboeren, op'"
de gemeenschappelijke vroonweide. Alle koeien waren zwart-wit, maar hij
kende van allemaal de naam en de eigenaar, 's Avonds ging hij dan langs
de veehouders en vertelde dat Jans of Neeltje tochtig was. Meestal leverde
dat hem een kwartje op, dat kwam toen overeen met een uurloon.
We zien ook de tulpenkweker L. Cijsouw, die tevens de grootste boer van
het dorp was, temidden van zijn bloeiend gewas.
De huisslager, die zich het daarbij behorende slokje goed laat smaken.
Het ontvangstpersoneel van de suikerbietenfabriek, bij hun rieten schuilhut,
op het perron van de Stoomtram Walcheren en vele andere foto's die het
Westkappel van 50-60 jaar geleden weer eens open leggen.
Een lust om dat alles nog eens aan het oog te zien voorbijtrekken.
Faasse heeft het autenthiek belicht, een woord van waardering is hier ze
ker op zijn plaats o
Uitgegeven in samenwerking met boekhandel Fanoy, Middelburg, is het
daar, evenals bij andere erkende boekhandelaren, te koop tegen de prijs
van f 24, 90.
W. Gabri'éls e.
In april is het drie honderd jaar geleden dat Michiel Adriaanszn de Ruyter
aan zijn verwondingen bezweek, die hij in de slag bij de Etna had opgelopen.
"Myn ziele dorst naar u, myn vleesch verlanght naar u: in een landt dor en
mat, zonder water". De grote admiraal kwam thuis gevaren.
Toen zijn schip de Eendracht het Nauw van Calais passeerde om het gebal
semde lijk naar "het lieve vaderlandt" te brengen, brandden de Franse
batterijen los als saluut aan een gevreesd, maar geacht tegenstander.
Wij kunnen ons afvragen of het zin heeft drie eeuwen na de dood van de Ruy
ter zijn sterfdag nog te herdenken.
Een antwoord zal niet makkelijk te geven zijn. Blijkbaar is de Ruyter een
van de weinige figuren uit de vaderlandse historie, die nog tot onze ver
beelding spreekt. De kwajongen, die het gebracht heeft tot schipper en
koopman om daarna als admiraal nog onsterfelijke roem te oogsten.
Zijn geboortedag werd na drie en een halve eeuw nog uitbundig gevierd.
Het in 1957 weinig opwekkende beeld van de Vlissingse binnenstad kreeg
fleur door de 17de eeuwse dracht en vooral het wagenspel en een luister
rijke eetpartij waren hoogtepunten van dit feest. Ook elders werd zijn jaar
dag herdacht en de radio zond een hoorspel uit over het leven van Michiel