Wie was deze kunstenaar?
Pieter A. H. Hofman werd op 4 mei 1885 in Teteringen geboren.
Aanvankelijk wilde hij schilder worden en hij trok naar Den Haag, waar hij
zijn opleiding kreeg aan de Akademie voor Beeldende Kunsten. In 1912 sloot
hij zich aan bij de Haagse Kunstkring. Uit die eerste periode dateren vooral
de naturalistische-romantische schilderstukken, waarin toch spoedig een
drang naar het monumentale te voorschijn kwam. Na de eerste wereldoorlog
ondergaat zijn werk de invloed van het futurisme en het cubisme. In deze tijd
ontstaan decoratieve panelen en wandschilderingen gebaseerd op ritmisch
opgebouwde lijn- en kleur composities. Zijn werk wordt bekroond op de Kunst
afdeling van de Wereldtentoonstelling te Parijs in 1925.
Langzamerhand voltrekt zich nu de overgang naar de toegepaste kunst, voor
al naar het gebrandschilderde glas. Maar hij maakte ook bandontwerpen
voor boeken, ontwierp postzegels, munten en bijvoorbeeld een ivoren brief
opener voor prinses Irene. Van de vele ramen wil ik er slechts enkele noe
men: het Bevrijdingsraam in de Hervormde Kerk te Sneek, een raam in de
Traphal van de Hoge Raad, vijf Herdenkingsramen in de Schepenzaal van het
Oude Stadhuis in Den Haag ter gelegenheid van het 700 jarig bestaan, ramen
voor de Hoogovens en vele ramen voor het kantoor van de BPM.
Het de Ruyterraam zou zijn levenswerk moeten worden.
Intussen liep de inzameling van de nodige gelden minder vlot dan het comité
verwacht had en vooral de toegezegde bedragen van de scheepvaartmaatschap
pijen waren teleurstellend. De grootste slag kwam echter toen de voorzitter,
om persoonlijke redenen, zich genoodzaakt zag terug te trekken.
Er wordt wel beweerd dat een dergelijk project in een bepaalde tijd rond moet
zijn of anders moet men er mee stoppen. Welnu het de Ruyter-raam is het
bewijs van het tegendeel.
Toen succes uitbleef hielden Ere-comité en Comité van aanbeveling vanzelf
op te bestaan. Van het werkcomité bleven slechts enkelen over en als zij
wanhoopten of het raam wel ooit gerealiseerd zou worden dan stond Pieter
A.H. Hofman uit Den Haag weer voor hen en zijn geestdrift spoorde hen
opnieuw aan om onvermoeid te zoeken naar middelen om uit de impasse te
geraken.
Onvermoeid was ook burgemeester B.Kollf. Aanvankelijk was hij de voorzit
ter van het Comité van Aanbeveling en toen het gehele plan dreigde te mis
lukken behoorde hij tot de weinige getrouwen. Hij was het die uiteindelijk de
zaak weer in beweging kon brengen. Het Prins Bernhardfonds was bereid het
honorarium van de kunstenaar voor zijn rekening te nemen en in het najaar
van 1962 bleek de president-directeur van de NV Koninklijke Maatschappij
"De Schelde", de heer J. W.Hupkes, bereid te zijn de leiding van het comité
op zich te nemen.
Op 4 december 1962 werd tijdens een vergadering een nieuw werkcomité on
der leiding van de heer J. W.Hupkes samengesteld en werd aan Pieter A.H.
Hofman de opdracht tot het vervaardigen van het raam verleend.
Het lag niet in de aard van Hofman om de ontwikkelingen gelaten af te wach
ten. Hij was rustig voortgegaan. Zijn enige zorg was of hem genoeg tijd ge
schonken zou worden om zijn levenswerk te voltooien.
Toen hij de opdracht kreeg was hij ruim 77 jaar. Maar nu kon hij eerst goed
beginnen. Het opmeten van het raam nam nogal wat tijd in beslag.
Een jaar later op 23 december 1963 schrijft hij na zijn Kerst- en Nieuwjaar-
wens
"Nu even wat anders. Met de werkzaamheden van het de Ruyterraam gaat
het naar wens, dwz. wat het concipiceren betreft. Alleen het duurt langer
dan ik aanvankelijk gehoopt had. Niet zo verwonderlijk omdat dit raam bijzon
dere eisen stelt, omdat het hier o. a. betreft een oud bestaand raam met
9