Na 181Z zijn de patiënten overgebracht naar de Heerengracht. In de 17de of 18de eeuw zal dus het bedoelde houten uithangbord waarin een prachtige man nenkop is uitgesneden, zijn plaats hebben gekregen. In Wete 1Z op blz. 6 komt WPvdH op deze zaak terug met de mededeling, dat "Z jaar geleden een buitenlander getracht heeft het uithangbord te stelen. Men heeft het toen geplaatst op de tentoonstelling "Waard om te behouden". Na de tentoonstelling heeft men het bord niet teruggeplaatst in afwachting van een gehele restauratie van het Simpelhuis". Deze heeft zoals U weet nog steeds niet plaatsgevonden, maar Ir.Snoey van Gemeentewerken deelde mij telefonisch mede, dat het simpelweg de bedoeling is om het bord na de restauratie van het gebouw weer op zijn oude plaats terug te hangen. Secr. Nog eens 'Mijn bezoek aan Domburg1 (door A. Hooiberg) Door vriendelijke tussenkomst van onze oud-voorzitter, dhr. Van Leeuwen, kreeg ondergetekende kennis van een brief van dhr. P. de Bruyne te Putten(Gld), waarin deze eraan twijfelt, of in de vijftiger jaren van de vorige eeuw (of wan neer dan ook) een burgemeester in Domburg tevens smid was. Dhr. Van Leeuwen voegde een lijst van Domburgse burgervaders bij, waaruit ik aanvankelijk moest opmaken, dat de burgemeester/smid bij wie Hooiberg zo'n stevige aardappelmaaltijd kreeg voorgezet, Spenger geheten was; immers: deze was in funktie van 1850 tot.1869 ^us °°k *n vijftiger jaren. De brief van dhr. De Bruyne gaf aanleiding, mij verder in deze materie te ver diepen, waarbij mij bleek, dat het door H. genoemde tijdstip niet juist kon zijn. Want de tekeningen van de Nehalenniabeelden, die hij in Domburg maakte, wer den gepubliceerd in.1845, dus in de véértiger jaren. En wel in het werk van de bekende J. Ab Utrecht Dresselhuys, getiteld "De Godsdienstleer der Oude Zeelanders", waarin zij als bijlage verschenen onder de titel "Afbeeldingen der, op de Godsdienst betrekking hebbende, Gedenkstukken van steen, enz.". Blijkens bovengenoemde lijst was in de veertiger jaren ene A. van der Meule van 18Z5 tot 1848 Domburg's burgemeester, welk ambt hij verenigde met de stiel van smid. Zo kan men dit ook vinden in het bekende werk van H. M.Kesteloo, in 1913 ver schenen: "Domburg in woord en beeld", waarin over onze aardappeleter (blijk baar een voorloper van de door Van Gogh onsterfelijk gemaakte), het volgende wordt gezegd: "Antheunis van der Meule, eerder adjunct-maire, werd 15 de cember 181Z tot maire benoemd, ondanks zijn bezwaar, dat hij het beroep van smid uitoefende". De twijfel van dhr. De Bruyne is hiermee dus weggenomen. H. F. G. Sasburg P.S. Daar mij gebleken is, dat over de herkomst van de dia's over Domburg, in mijn inleiding bij bovengenoemd artikel in De Wete van april vermeld, misverstand rnogelijk is, wil ik hierbij uitdrukkelijk vastleggen, dat de ze afkomstig waren van ons lid, dhr. De Pagter. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1976 | | pagina 15