HET DRAGEN VAN SCHANDSTENEN
Schandstenen: een paar stenen, vaak met lood verzwaard, beschilderd met het wapen
der stad en onderling door een ketting verbonden. Ze werden gebruikt bij de ten
uitvoerlegging van een typisch middeleeuwse straf voor vrouwen.
Ze zijn nog bewaard gebleven in Baarland (boven de ingang van de Ned. Hervormde
kerk), Bergen op Zoom (in het gemeentemuseum), Damme (aan de zuidwesthoek van
het stadhuis), Middelburg (in het Zeeuws Museum, ze zijn afkomstig uit Oud-Vosse-
meer), Middelharnis (aan de voorgevel van het raadhuis), Veere (aan de voorgevel van
het stadhuis) en Zierikzee (in het gemeentemuseum).
Als een vrouw vloekte, lasterde of schold, kon ze tot de lijfstraf „de steen dragen"
veroordeeld worden. Ze werd dan met deze ketting om de nek en de stenen der justitie
voor de borst (iedere steen 25 pond zwaar) door de stad geleid.
De tocht voerde bijvoorbeeld van stadspoort tot stadspoort; de vrouw slechts in een
hemd gekleed, voorafgegaan door de scherprechter en door een dienaar der stad. die op
een trommel of bekken sloeg, om de aandacht op het schouwspel te vestigen.
De tenuitvoerlegging vond vaak plaats op dagen als er veel volk op de been was, zoals
met marktdagen of processies.
De volgende vonnissen hebben alleen betrekking op Walcheren:
Middelburg
Janne ver C.'s dochter gecondemneert te dragen den steen rondomme Westmonsters
kerkhof ende tende dien ghebannen, overmits sy dicwyl en tot diversche stonden is
geweest swerende groote en sware eeden. (1521)
vrouw („tvroewijf tot Bieselinghe") steendragen wegens laster, 1511 dec. 13.
man, steendragen wegens overspel, 1562 mei 11.
kwartiermeestersrekening 1459 jan. 1 - 1459 dec. 31: „Item betaelt Margriete tenegieters
van 8 pont loets, gebesicht an die steenen, die de vrouwen dragen als sy scelden;
facit 6 gr. 16 m".
Vlissingen
Een boete van ettelijcke roeden van 's Hceren straten met steen te doen bedecken.
Ende so wat breuckige daer toe gheen middelen hadde, wirde gedwonghen een steen
langs de voornaamste straten om sijnen hals te draghen. Hiervan leest men noch in de
oude Vlissingsche Keure, dat men één ofte een half last straetsteenen aen de Stede tot
beteringhe van misdaet sal gheven, als oock. den steen draghen.
Wcstkapelle
Soe wat vrouwe, die de andere ofte manhoeft oploopt met leelicken woorden ende
daeraf bedragen wort, die verbuert V sc., of sy moet den steen dragen ofte houten hyeke
rontsomme Westcappel duer al die straten; ende soe wat vrouwe diet op die andere
versoucker, die sal die boeten gelden, ende daert op versocht wort, die sal daeraf quyte
gaen. (1540)
19