Ook spookverhalen, beschrijvingen van heksen en toverijen vallen onder deze categorie. Het veldwerk naar dergelijke nog bestaande gegevens volstaat niet bij een enkel op tekenen. Vereist is het zoveel mogelijk natrekken van het gehoorde, waarbij plaats van handeling, gegevens over de verteller(s), een tweede verteller opsporen ter bevestiging, en nagaan of een verhaal niet eerder is gepubliceerd. Waar mogelijk dient ook de oorsprong nagezocht te worden en de bedoelingen. Het is méér dan een handvol langdurige bijna dagelijkse arbeid. Thans is het punt bereikt, na anderhalf jaar, om voor de heemkundige kring WALCHEREN eens een uiteenzetting te geven. Het eerste deel kan bevatten het samenbrengen van alle reeds bekende en gepubliceerde vertellingen op dit terrein. Een apart hoofdstuk zijn de dikwijls fantastische verhalen rond en over Pieter de Plaa. Ook vele andere dorpen kenden ter plaatse een tovenaar of iemand, die van zwarte kunst verdacht werd. Verschillenden zijn nog met name bekend. Er zijn altijd mensen geweest, die méér opmerkten dan anderen. Zelfs vandaag zijn de wonderen de wereld nog niet uit. Omdat de studie over het reeds verzamelde tot heden onbekende voor Walcheren nog niet gereed is, bepaalt deze inleiding zich tot het eerstgenoemde deel. Wellicht weten de leden aanwijzingen te geven tot nog meer onbekende verhalen of mensen te noemen, die ze nog kennen? J. L. VAN LEEUWEN. „DIJKJE" Versleepte stenen ln 1973 werd op de antiekbeurs in Breda voor enkele duizenden guldens aangeboden de gevelsteen: ..Den Houtclijver" met een fraai gehakte houthakker. Het opschrift luidde: ..lek wil houwen en cliven en diene elck naer sijn believen". Leo van Druten ontdekte in het boekje ,,De uithangtekens" van Mr. J. van Lennep en J. ter Gouw, dat deze steen afkomstig was uit het Gilde of St. Janshuis" aan de Zeil- markt te Vlissingen. Er hadden nog drie stenen in deze gevel gezet en navraag bij de antiquair leerde dat er daarvan nog twee te leveren waren, te weten: Een geleerde met een kat op de arm ..Voor de gheleerde", met opschrift: ..Wacht U voor de kathsen die voor licken en acter scratsen" en „De schaereslieper" met afbeelding van een scharen slijper en de tekst: „Icx sliep en icx drae met verstand en de sou geeren de huck naer de wind hangen". De steen „De coninck davit" met koning David met de harp: opschrift „Davidt voor sijn herpe en loquent heeft de boosen geest van Savel ghewent", was niet meer voorradig. Dit gildehuis moet gestaan hebben op de plaats van de oude Altenase poort met water molen tussen Zeilmarkt en Mastkraanslop. Het werd in 1854 afgebroken om plaats te maken voor het voormalige politiebureau (bouw 1855) en het voormalige „Polak". 6

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1977 | | pagina 8