Geraadpleegd:
Haslinghuis, Bouwkundige termen; Zeeuws Tijdschrift jg. 1955, no. 2. J. de Kuijper, Het
fort Rammekens; Zoogdieren van Nederland, Usseling en Scheijgrond; Dam, Het jachtbe
drijf; Rapport R.P.D. en meer.
T 'wsm* «ATtetóÉ
'Julder gaen Gaepinge bezichtige nou di bin je toch wè vlug uutgekeke, wan zövee is er op
dat durp toch nie te zien', zei een kennis tegen me.
'Meer dan je dienkt, ik dienke da me tied te kort komme', was m'n antwoord.
Dat we in tijdnood kwamen bleek de 17e september al spoedig. Op deze druilerige morgen
hadden zich om 10.00 uur zo'n 50 geïnteresseerden verzameld in de molen 'De Graanhalm'
(enkele varkens niet meegerekend). Molenaar Bakker leidde ons rond op de verschillende
zolders en gaf op boeiende wijze tekst en uitleg. Aan het binnenwerk is goed te zien, dat de
molen maar zelden meer gebruikt wordt. De buitenkant, die in 1965 werd gerestaureerd, ziet
er keurig onderhouden uit.
Van de 19e eeuwse molen naar de 15e eeuwse kerk is maar een eindje lopen. Deze kerk heeft
als enige op Walcheren het beleg van Middelburg (1572 - 1574) goed doorstaan. Vele kerken
werden in die tijd immers geplunderd en/of in brand gestoken. Wanneer we door de ingang
van de vooroverhellende toren naar binnen gaan, komen we in het schip van de kerk. In dit
gedeelte, waar na de restauratie van 1949 niet meer in gekerkt wordt, bevinden zich enkele
mooie grafzerken. Een raamwerk van hout en glas scheidt het koor van het schip af. In het
koor wordt nog kerk gehouden. Tegen de scheiding bevindt zich een mooie 18e eeuws kabi
netorgel, waarvan de bouwer niet bekend is. Het orgel dat sinds 1903 in deze kerk staat, is op
de beelden en enkele pijpen na nog geheel in oorspronkelijk staat. De beelden - het zijn er 2 -
4