belangrijk konstruktief bouwelement verdwenen, omdat de stijlen onder de balken welke bij de stenen huizen nog gehandhaafd bleven, als verstijving in de dwarsrichting, weggelaten werden. Aan de zij- en tussenmuren werd dus een konstruktieve funktie toegekend. Dit gaf nog wel eens aanleiding tot problemen omdat deze muren dikwijls uit materiaal van mindere kwaliteit (tot in de vorige eeuw toe zelfs moppen uit afbraak) en te dun werden opgetrokken. De voor en achtergevel werden opgetrokken in goede kwaliteit steen. Bij de natuursteen werd hier veelal de uit België afkomstige gobertanger en ledesteen gebruikt, maar ook wel zand steen. Baksteen kon, omdat hier een levendige handel in bestond, betrokken worden van de steenbakkerijen rond Dordrecht en langs de Hollandse IJssel. Eerst in de 17e eeuw, als de tuit-trap en klokgevels hebben afgedaan, vindt de meer maatvaste, roodbruine Utrechtse steen in de strakke barokgevel zijn toepassing. Deze kleur verandering heeft waarschijnlijk tot gevolg gehad, dat de bestaande panden rood geschilderd werden. Het zal u niet onbekend zijn, dat in het verleden bij een bestaand huis de voorgevel werd aangepast aan de heersende opvattingen betreffende het uiterlijk van een pand. Vele malen betekende dit het aanbrengen van een nieuwe gevel. Langs de kaaien zijn hier vele voorbeelden van te vinden. Dat niet iedereen zich deze ingreep kon permitteren blijkt wel uit de enkele gevels waarbij slechts een aanpassing heeft plaatsgevonden door het weghalen van de geveltop en het aanbrengen van nieuwe ramen. In die gevallen was men wel gedwongen iets aan het muurwerk te doen. Dit kan inhouden dat de gevel geschilderd werd of van een pleis terlaag voorzien. Hieruit is zelfs in de 19e eeuw het opnemen van pleisterwerk in de achitek- tuur ontstaan. Een bouwelement uit de houtbouw dat ook lang is blijven bestaan is de houten onderpui. Omdat de nering in het voorhuis bedreven werd, had men behoefte aan een zo open mogelijke pui. Veelal waren de openingen naast de deur afgesloten met onder- en bovenluiken. De geopende onderluiken deden meestal dienst als een soort etalage. Bij de overige vensters was alleen de lichttoetreding van belang, zodat deze zich met de bouwtrant mee ontwikkelden. Tot het eind van de 17e eeuw komen uitsluitend kruisvensters voor. Dan doet het schuifraam zijn intrede en wordt het kruisvenster langzaam verdrongen. In die tijd wordt ook het pro- duktieproces van het glas verbeterd, zodat met het groter worden van de glasmaat de venster indeling verandert. Met dit overzicht heb ik in grote lijnen willen aangeven welke uitgangspunten bij het bouwen hebben gegolden en aan welke invloeden een huis in de loop van de tijd was blootgesteld. Elke eigenaar heeft zijn wensen in de woning trachten te realiseren. Het is dan ook vrijwel onmogelijk een oud huis in ongewijzigde staat aan te treffen. Bij een restauratie zal mijns inziens dan ook respekt moeten worden opgebracht voor deze beïnvloeding door de tijd. Daarom wil ik nogmaals aangeven, dat een restauratie moet beginnen met het verzamelen van gegevens. Dan bestaat de mogelijkheid om de geschiedenis van het pand zo ver mogelijk vast te leggen, eventueel in een rekonstruktie op papier. Al deze gegevens zullen op hun waarde moeten worden geschat om zo tot een uitgangspunt voor de restauratie te komen. Naast dit geschiedkundig en bouwkundig gedeelte zal ook van invloed zijn de huidige funktie van het gebouw en de bouwtechnische staat waarin het verkeert. Op grond van al deze gegevens zal een architekt het restauratieplan moeten opstellen. Het zal nu van het persoonlijk inzicht van de architekt afhangen welke keuze hij maakt. Rekonstruktie: terugbrengen van bouwonderdelen welke verloren zijn gegaan of door andere zijn vervangen en herstel in uitsluitend oude materialen, Conservering: behoud van de bestaande toestand en alleen technisch herstel, Aanpassing: doortrekking van het in het verleden reeds op gang gekomen herstel en ontwik keling in moderne materialen. De keuze zal zelden één van deze hoofdgroepen zijn, maar dikwijls een vermenging. Als het plan is opgesteld zal van de uitvoerenden, aannemer en personeel, verwacht moeten worden dat zij de bedoelingen van de architekt nauwgezet uitvoeren. Hierbij staat wel voorop dat 15

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 17