maquette van de fabriek zelf, ook minstens 10 m. lang. Dat model was niet geplaatst voor de show, maar in de eerste plaats voor de bouw van de fabriek zelf. De maquettebouwers, een man of 7 die daar constant aan bezig waren, bleven de eigenlijke fabrieksbouw steeds vóór, zodat men driedimensionaal kon zien wat op de tekening stond en niet voor onverwachte ver rassingen kwam te staan omdat de ene leiding de andere in de weg zat of iets dergelijks, wat bij zo'n ingewikkeld stelsel van schijnbaar kriskras door elkaar lopende pijpen niet denk beeldig zou kunnen zijn. Zeer interessant. Weer in de bus en langs de Sloehaven naar de fosfaatfabriek. In de haven lag één van 12 15 ertstankers te lossen, die jaarlijks het fosfaaterts uit Florida aanvoeren. Een deel gaat in duwbakken naar de fabriek in Duitsland, het grootste deel wordt via lichters in de opslag plaats, 'de kathedraal', gezogen en voor de laatste vrachten dienen de lichters dan eventueel zelf als opslagplaats, als alles vol is. Dat overslaan in lichters, zo vlakbij de opslagplaats, was door de meesten van ons eigenlijk nooit goed begrepen en zo'n beetje beschouwd als nodeloze extra kosten. Maar hier werd ons uitgelegd, dat een kade van minstens 15 m. diep, die voor deze tankers nodig is, bizonder duur is en dat dit de reden is waarom deze methode zo dikwijls wordt toegepast. We passeerden de zojuist genoemde kathedraal, een loods die eigenlijk alleen maar dak is, maar wel 45 m. hoog en minstens 5 x zo lang. Geen zware siloconstructie, maar alleen maar spanten met gordingen, afgedekt met, hoe kan het anders, polyester golfplaten. Het erst en ook de cokes die voor het proces nodig is, worden hierin los gestort en de natuurlijke helling van deze grondstoffen bepaalde de schuinte der dakvlakken. Direct hier achter de Pelletfabriek. Ook weer eigenaardig, zo'n enorm complex waar alleen maar knikkers, de 'Pellets' worden gemaakt. Het erts, hier tot poeder vermalen, wordt vermengd met een speciale uit Duitsland aangevoerde klei. Daarvan worden kleine knikkers gemaakt, gedroogd en gesinters (op een vuurtje van zo'n 1.000°C.). Ze zijn bestemd om in de volgende fabriek dan de fosfor te leveren waar alles om begonnen is. In deze fabriek, waar we nu aankomen, tegenover de waterzuiveringsinstallatie, ook al weer een fabriek op zich, hadden we wel het spectaculairste deel van onze excursie. Uit de bus gingen we in twee groepen langs de stalen bordestrappen naar de '12-meter vloer', zoals dat in het vakjargon wordt genoemd. Hier, op deze hoogte bevinden zich de deksels van de ovens en wat voor ovens. Er werd ons verteld dat de ovens door 3 electroden worden verhit. Nou daar was er dan één. Je zag door afmetingen van deze kolos de andere twee nauwelijks staan; als je dan niet anders van electroden weet dan dat er mee gelast wordt Het winnen van 1 ton fosfor vraagt dan ook 13.000 kWh. energie. Vol met kabels, pijpen en vreemde aanhangsels vraag je je af hoe dat allemaal te controleren is. En zo zijn er dan drie ovens met elk drie van die dingen. Heel die fabriek doet eigenlijk wel aan science-fiction denken, dat schemerachtige monster, geheel volgebouwd met een wirwar van kolommen, ketels, buizen, filters enz. in alle richtingen en alle maten van enkele cm. tot vele meters in omtrek, met zijn ongelijke of hellende vloeren trillend, dreunend en schuddend allerlei bijgeluiden, zoals de ovenvoeding b.v., die om de zoveel seconden vanaf de '42-meter vloer', dus van zo'n 30 meter hoger, door de decimeters dikke aanvoerbuis klettert. Die ovenvulling, de muller noemen ze dat, bestaat uit de genoemde pellets cokes voor het bereiken van de hoge temperaturen en op een bepaalde maat gebroken grind. Door smelting bij een tempera tuur van 1.200°C. komt dan de fosfor in gasvorm vrij. Het grind, dat ook vloeibaar wordt, dient om de slak te binden. Dit gas, dat nog vermengd is met koolmonoxyde, wordt afgezogen en in de condensketels met water besproeid. Het gas verbindt zich met het water en slaat neer als fosforzuur. Door dit water dan meerdere keren te sproeien wordt de concentratie steeds hoger. Op deze wijze kan dus iedere gewenste samenstelling worden geleverd. Het koolmonoxyde blijft in gasvorm. Het 7

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 9