van Bornhem ter sprake en de teleurstelling van de meester om de onmacht het schilderij te
kunnen maken.
De jonggezel stelde voor het paneeltje te schilderen. Na enige aarzeling gaf de meester toe
stemming. De andere morgen gingen ze naar boven en werd alles klaargemaakt, zodat de
jongeling rustig zou kunnen werken. De meester drukte hem op het hart zich vooral niet in te
spannen. Maar de gezel vond het een genoegen om mede de gastvrijheid te beantwoorden.
Hij vroeg echter met nadruk absoluut ongestoord te mogen doorarbeiden.
Toen het tijd werd voor het middagmaal, kwam tot verwondering van de gastheer, de
jongeling niet naar beneden. Het werd steeds later, maar de jonggezel liet zich niet horen of
zien.
De dag was reeds ver gevorderd, toen de gastheer en zijn vrouw toch wel ongerust werden.
Misschien was hem iets overkomen. Meester Willem ging naar boven en klopte op de deur
van het atelier. Maar niest werd gehoord en er kwam geen antwoord. Hij besloot, ondanks
zijn belofte de gezel niet te storen, de deur open te breken om te zien wat er misschien gebeurd
zou zijn.
Tot zijn grote verbazing was de kamer leeg. Waar was de jongeling gebleven? De wolken
verduisterden enigszins het atelier. Op een gegeven moment doorboorde de avondzon de
wolkenmassa, en een gouden starlenbundel viel in het vertrek van de meester. Precies op het
paneeltje, waarop het schilderstuk zou geschilderd worden.
Meester Willem keek met verbazing toe. Een prachtig kunstwerk straalde hem tegen in de
gouden zonneglorie. Hij ging naar het paneel, waarop de zo onopgemerkte gast een schitte
rende beeltenis van de Moeder Maagd had geschilderd.
Zij had geen kind op de armen, geen kroon of scepter, zelfs geen aureool sierde haar hoofd.
Schitterend in haar eenvoud. Vol heftige verrukking had zij haar ogen opgeslagen en vouwde
eerbiedig haar handen. Het was alsof de engel Gabriël zelf gekomen was, om de beeltenis te
schilderen, zoals Hij eens Maria had gezien op het heilig uur, waarop zij sprak: 'Ziehier de
Dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar Uw woord'.
De meester-schilder bleef stomverbaasd het kunstwerk bezien. Hij vergat de tijd, zodat de
huisgenoten, ook verontrust, naar boven kwamen en dan ook het schilderij zagen.
'Dit is geen werk van mensenhanden, zo vlug en schoon kan geen sterveling Maria schilde
ren'.
Dit wonderbare gebeuren ging rond als een lopend vuur door de stad. ledereen wilde het
schilderstuk zien en bewonderen.
Toen de opdrachtgever weer in de stad kwam, was zijn eerste gang naar de meester schilder
Willem. Hij was zeer opgetogen met zo'n prachtig schilderstuk en wilde het zo spoedig
mogelijk naar het kerkje van O.L. Vrouwepolder brengen, zoals beloofd was.
En iedereen was het ermee eens dat aan de nieuwe Madonna grote eer moest worden gebracht.
De geestelijkheid en de parochianen van O.L. Vrouwepolder verzamelden zich en in een
plechtige processie werd de beeltenis naar de kerk gebracht.
Het schilderij werd op een zijaltaar geplaatst en onmiddellijk stroomden de gelovigen van alle
kanten samen om Maria te huldigen in haar nieuw heiligdom.
15