A.J. WITTE VERTELDE OVER GENEALOGIE
lichting. Wij dachten dat dit zeker een verrijking van de Wete was.
Op het artikel van de heer Van Leeuwen over de eekhoorntjes in Oostkapelle vindt u een
aardige reaktie van een lezer van ons blad.
In deze en volgende Wetes zullen we u ook het artikel doorgeven dat ons lid de heer Schutijser
heeft geschreven over het miraculeuze schilderij van 'O.L. Vrouw van de Polder'. Van de
zelfde schrijver hebben we een Geeltje over de R.K. parochie te Vlissingen. Hij verzoekt ons
nu onder uw aandacht te willen brengen dat over hetzelfde onderwerp in het najaar een boek
zal verschijnen bij de Europese Bibliotheek te Zaltbommel. Het boek zal ongeveer 200
pagina's tellen en heeft vele foto's. De prijs zal rond de 39,50 liggen. Er zal via advertenties
en folders ruime aandacht aan besteed worden. Het zal via de erkende boekhandel verkocht
worden, maar wilt u zeker zijn van een exemplaar dan kunt u het ook bij hem bestellen.
Zijn adres luidt: A.J. Schutijser, Evertsenstraat 11, 4371 BD Koudekerke.
De veldnamencommissie laat u ook deze keer weer weten hoe ver zij inmiddels gevorderd zijn
met de Koudekerkse veldnamen en een volgende maal hopen we u ook meer mede te kunnen
delen over de commissie die zich bezig gaat houden met Walcheren in de Tweede W.O.
U merkt wel dat er ook in deze Wete weer genoeg lees-, denk- en praatstof zit. En mocht u
aanvullingen, opmerkingen, nieuwe stof e.d. hebben, dan weet u dat u altijd bij uw secretaris
terecht kunt of bij een ander bestuurslid. U vindt de adressen achter in de Wete.
J.L.
'Genealogie is de wetenschap van de oorsprong, de opvolging en verwantschap der geslach
ten'. Deze definitie gaf de heer A.J. Witte uit Kapelle aan het begin van zijn lezing over het
onderwerp: 'Genealogie', die hij dinsdagavond 31 januari voor onze kring hield in 'De Bras
serie' te Middelburg. De heer Witte is secretaris van de afdeling Zeeland van de Nederlandse
Genealogische Vereniging.
Hij wees er op dat de beoefening van de genealogie zeer oud is en al in de Bijbel is te vinden.
Waar moet men beginnen? Als antwoord op deze vraag zei spreker: 'Men moet beginnen bij
de eigen geboorte en zo terugwerken via de ouders naar de voorouders. Men kan (daarbij) een
stamreeks, dus de mannelijke lijn, opzetten'. Hij achtte het echter beter er direct ook de
vrouwelijke lijn in te betrekken.
De vraag rijst dan, waar moet men zoeken en welke bronnen moet men raadplegen? De heer
Witte verwees in de eerste plaats naar de burgerlijke stand die hier onder Napoleon in 1811 is
ingevoerd. In Zeeuws-Vlaanderen gebeurde dat in 1796. Men begint daarbij eerst te zoeken in
de tien-jarige tafels en dan de akten op te zoeken. Vóór de burgerlijke stand waren er al, sinds
1450, de (kerkelijk) voorgeschreven doop-, trouw- en begraafboeken en verder de lidmaten
boeken. Veel boeken zijn helaas door de oorlogshandelingen in de loop der jaren verloren
gegaan. Daarna komen ook rechterlijke archieven en notariële akten in aanmerking, al kost
het veel tijd daarin iets op te sporen. Ook de archieven van de weeskamers (die onder
kerkelijk toezicht stonden) kunnen informatie geven, evenals kerkelijke rekeningen.
Als bronnen noemde de heer Witte nog: belastingskohieren (per district) registers van
transporten (o.a. overdracht onroerende goederen), particuliere archieven en ook dagboeken.
Ook aantekeningen in familiebijbels en oude kranten kunnen informatie geven. Spreker gaf
de raad tevens de maatschappelijke en andere omstandigheden op te sporen zodat men een zo
goed mogelijk beeld krijgt van de voorouders. Behalve een stamreeks kan een kwartierstaat
worden opgezet waarin alle voorouders worden opgenomen, iets wat uiteraard een groot werk
is en veel speurwerk vereist, maar een beter beeld geeft.
2