INFORMATIE OVER HET LOODSWEZEN
De heer Witte vertelde dat er sinds de laatste oorlog in Zeeland een genealogische werkgroep
bezig is waarvan ook ons lid mej. Gijsbertsen deel uitmaakt, die al heel wat werk heeft verzet.
Bij zijn praktische wenken gaf hij de raad contact op te nemen met anderen waardoor veel
speurwerk kan worden voorkomen en waarbij gegevens kunnen worden uitgewisseld.
Na de lezing werden door de aanwezigen nog een aantal praktische vragen gesteld die door de
spreker beantwoord werden.
In de pauze en na afloop van de goed bezochte vergadering konden we kennis nemen van een
groot aantal boeken en tijdschriften die de heer Witte ter informatie had meegebracht.
Het liep tegen tien uur toen voorzitter S. Joustra de spreker bedankte voor zijn uiteenzetting.
Hij noemde daarbij de genealogie een bijzondere tak van de heemkunde en zei dat het een
interessante avond voor ons was geweest.
C. den Otter
Dinsdagavond 21 februari verzorgde de Vlissingse loods H.M. Pot in 'De Brasserie' te Mid
delburg voor ons een avond over het loodswezen. Hij begon met een algemeen overzicht van
deze belangrijke dienst en ging daarna uitgebreid in op het district Scheldemond waaronder
Zeeland ressorteert.
De heer Pot vertelde ons dat de dienst loodswezen een burgerdienst is die ondergebracht is bij
het ministerie van defensie en ook de betonning, bebakening en de kustverlichting omvat.
Het voornaamste doel van dit alles is: beveiliging van de scheepvaart, waaronder in Zeeland
ook de vaart op België valt. In totaal zijn daarvoor 600 loodsen in dienst die de kapiteins
assisteren op moeilijk te bevaren wateren.
Hoe is deze dienst ontstaan? In de middeleeuwen is het loodswerk begonnen door zeelieden en
vissers. Omdat het particulieren waren ontbrak toezicht van de overheid. In het midden van
de 16e eeuw kwamen er bepalingen en enig toezicht. In de Franse tijd werd er de betonning
aan toegevoegd en in 1813 werd het loodswezen bij de Marine ondergebracht. In 1859 werd de
eerste loodswet van kracht die in 1957 werd vervangen door een geheel nieuwe wet.
Het beloodsen van schepen behoort aan de staat, vertelde de heer Pot. Hij vertelde daarbij
uitvoerig hoe dit nu is geregeld. In totaal heeft men zo'n 50 vaartuigen in dienst en het beheer
over 400 bouwkundige objecten en ter afbakening van de vaarroutes 10.000 betonningsobjec-
ten langs de gehele kust en 650 lichtboeien. Tegenwoordig heeft deze dienst ook bemoeienis
met het 'continentale plat'.
Naast een nauwe samenwerking met de Marine is het loodswezen in Zeeland nauw verweven
met de Belgische Ioodsdienst. Schepen met bestemming Antwerpen of Gent worden om
beurten beloodst door een Belgische of Nederlandse loods. De meeste schepen op de Wester-
schelde gaan naar België. Van de scheepvaart op Antwerpen heeft 72,5% een Belgische en de
rest een Nederlandse loods aan boord. De schepen die een Nederlandse haven als bestemming
hebben worden uitsluitend bediend door een Nederlandse loods.
De spreker vertelde dat de inkomende schepen tot Vlissingen een zeeloods aan boord hebben
die daar op de rede wisselt met een rivierloods. Buitengaats liggen steeds twee schepen van
waar een loods aan boord wordt gebracht en waar hij op de terugreis weer aan boord wordt
genomen met een jol. Naast het loodswezen is in de Scheldestad ook de afdeling betonning,
bebakening en verlichting gevestigd. De heer Pot wees op het grote belang van de hydrografi
sche dienst die het verloop van de stroom en de veranderingen van de bodem bijhoudt en in
3