nomen met een deskundig adviseur die ons in de toekomst van advies zal dienen bij een der gelijke uitgave. Enkele technische vragen over het jaarverslag en de begroting werden door de penningmees- teresse beantwoord. De voorzitter bedankte de leden De Pagter en Luteijn voor de controle van de boeken en bescheiden van de financiën. Deze commissie werd herbenoemd voor het komende jaar. Bij het punt 'bestuursverkiezing' zei de voorzitter dat de heer F.H. Jilleba reglementair af tredend is en niet herkiesbaar. Daar hij zelf niet aanwezig kon zijn, maar wel zijn echtgenote er was. verzocht hij mevrouw Jilleba aan haar man de dank van de kring over te brengen voor het vele dat hij in de afgelopen acht jaar voor ons heeft gedaan. 'We hebben veel aan hem te danken'. Volgens de statuten was ook mevrouw Van Nieuwenhuijzen niet herkiesbaar omdat ze ook al twee perioden achtereen zitting heeft in het bestuur. Er was echter een lijst ingekomen met de vereiste 25 namen waarin op grond van een bepaling in de statuten werd verzocht haar weer verkiesbaar te stellen. Omdat ze zich daartoe bereid heeft verklaard werd zij bij enkele candidaatstelling herkozen. 'Wat zouden we zijn zonder mevrouw Van Nieu wenhuijzen?', zei de voorzitter, waarbij hij wees op het vele wat ze doet voor het beheer van onze financiën en de verzorging van 'De Wete'. De heer Joustra stelde voor in de vacature Jilleba te voorzien door de benoeming van een lid van de werkgroep die gaat speuren naar het Walcherse oorlogsverleden. Daarmede werd ingestemd. De rondvraag leverde weinig belangrijks op. Na de pauze vertoonde de heer F.H. Jilleba uit Vlissingen de door hem vervaardigde en ongeveer twee uur durende film met de titel 'Herlevend verleden'; een documentaire over het leven in de Scheldestad over de periode 1912-1977. Daarin zijn een groot aantal belangrijke evenementen opgenomen die zeker waard zijn om te behouden. Uiteraard ontlokten veel beelden uit het 'verleden' vrolijkheid bij de kijkers. Waar nodig voorzag de heer Jilleba zijn film mondeling van commentaar. Overigens waren de titels duidelijk genoeg. De voorzitter dankte de heer Jilleba aan het slot hartelijk voor zijn gewaardeerde medewer king aan deze geslaagde avond. C. den Otter DIJKJE Stadhuistaal 1 'Wij streven naar het behoud van de vissershaven'. Echte stadhuiswoorden. De echte Vlissinger zegt: 'Meneer, ze zullen het Kaaitje toch nooit wegdoen! Dan komen ze aan Vlissingen!' Zo is het. En wat wij alsmaar Vissershaven noemen heet de Engelse Kaai, en als Vissershaven wordt hij niet meer gebruikt. Stadhuistaal 2 In Goes, Veere en Vlissingen heet een kaai een kade. In Veere zelfs met Gotische letters geschilderd. Alleen Middelburg schaamt zich niet voor zijn Vlaamse verleden en daar zijn het Kaaien gebleven. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 7