ZO SEXY WAS HET NOU OOK WEER NIET VERSLEEPTE STENEN (n.a.v. Dijkje Wete 7-2) Voor de oorlog liep 'Bosbloot' door Middelburg, maar wel met een kleurig boezeroen aan en op klompen. De pijpen van zijn grauw-bruine broek staken in dikke eigengebreide sokken. Met op zijn hoofd een kreukelige gleufhoed duwde hij zijn handkar met koopwaar. Afgezien dat hij niet topless was, hij rook ook niet zo verleidelijk, want zijn koopwaas was gornet! Hij zong zijn koopwaar luidkeels aan de man, zowat om de 5 seconden: gor-nöööööd en dat klonk dan uit de verte precies als bosb(l)oot, vandaar: 'Bosbloot van Erremuuje Die oorde de klokken luuje' en de volgende regels waren: 'mè dat was een strop de gornet was op toen riep-ie mer aerremuuje'. deP. In een vorige 'Wete' vroeg ik waar het Gildehuis aan de Zeilmarkt te Viissingen had gestaan, waarvan de gevelstenen opdoken op de antiekbeurs in Breda. Na een schoonmaakaktie op de Technische Hogeschool te Delft, werd uit een container met oud papier een plattegrond van Viissingen uit 1799 opgevist. Daarop werd het hele blok tussen Zeilmarkt, Nieuwedijk en Mastkraanslop 'St. Jans Gildehuis' genoemd. Charles de Koster beschrijft in zijn kostelijke boek 'La Zéiande' een bezoek aan Viissingen in 1873. Hij schrijft letterlijk: 'Ons eerste bezoek brachten we aan het Zeemans Koffyhuis. Men kan het vinden aan de Zeilmarkt. Dit kleine en nogal lage gebouwtje lijkt ingekort te zijn tot halver hoogte. Het is opgetrokken van baksteen die opnieuw wit gevoegd is. Vier bas-reliëfs van wit marmer versieren het benedengedeelte van de ramen op de eerste verdieping. Een ge broken fronton, in rococo-stijl, bekroont de ingang van het café. De bas-reliëfs zijn vierkant en stellen voor: het eerste een geleerde, het tweede een scharenslijper, het derde een hout hakker, het vierde koning David, die zich er ongetwijfeld over verbaast dat hij zich in zulk nijver gezelschap bevindt. Naïeve inscripties die in het marmer zijn gebeiteld en zwart gemaakt, omringen de personages en doen deze als uit een lijst naar voren springen. Het midden van het fronton boven de deur wordt ingenomen door het kleine borstbeeld van een vrouw, die in haar leven gaarne de dingen genomen schijnt te hebben zoals ze kwamen. Deze buste, waarvoor een liefhebber vijftig gulden heeft geboden, dient het huis als uithangteken'. Dat was dus 1873 en de uitverkoop is toen kennelijk begonnen. Er werd al aan stads-fotogra- fie gedaan en de eerste ansichtkaarten verschenen. Ik hoop dus nog steeds dit Gildehuis eens op zo'n foto tegen te komen. 8

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 10