RONDLEIDING DOOR HET GEBOUW VAN DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK KANTKLOSSEN In eerste instantie was dit gebouw bedoeld als woonhuis voor Mr. Adriaan v.d. Perre, die tevens bezitter was van het kasteel Westhove en heer van Nieuwerve, Welzinge en Evers- waerd. In 1765 legde hij de eerste steen en meer dan 25 jaar zou hij met zijn echtgenote in deze woning verblijven. De heer Jilleba leidde voor een derde maal een groep van ditmaal 25 leden rond in dit prachti ge gebouw, waarvan je je als 20e eeuwer nauwelijks kunt voorstellen, dat het bedoeld was om in te wonen, dat een gezin er in leefde, dat er gewoon werd geslapen, gekookt, geleefd en (on getwijfeld veel!) gepoetst en geschrobd. Van de oorspronkelijke pracht kunnen we ons het best een voorstelling maken in een der oor spronkelijke tuinkamers, thans civiele zaal, met aan de wanden de rijke gobelins van de hand van Daniel Leijniers, de prachtige gestoken betimmeringen, de imposante marmeren schoor steen, de grote spiegels tussen de ramen. Doch ook de bibliotheekruimte in de westelijke vleu gel is een voorbeeld, met de authentieke zwaar eiken open bergruimten, waarin de heer v.d. Perre zijn boeken zal hebben opgeborgen. De kamer van de president werd op het moment van de rondleiding opgeknapt; de meubels waren verborgen onder plastic en kleurstalen lieten zien, dat men nog niet besloten was, welke kleur het oorspronkelijk teer-roze van het schilderwerk het best zou benaderen. Het ligt, zo vertelde de heer Jilleba, in de bedoeling de Arrondissementsrechtbank t.z.t. te verplaatsen. Het huidige gebouw wordt te klein en er zal dan wellicht ergens een nieuw pand verrijzen, ongetwijfeld efficiënter dan dit, maar ook minder mooi. En wat zal dan het lot zijn van de patriciërswoning van Mr. v.d. Perre? Zal het worden opge deeld in kantoorruimten, waar de stalen kasten tegen de betimmeringen worden geschoven, de gobelins verwijderd om ergens op een zolder te worden vergeten? We weten het niet, doch laten we hopen, dat een waardiger bestemming zal worden gevonden voor deze kamers, die vragen om meubels zoals v.d. Perre die ongetwijfeld bezat en niet om hedendaagse efficiënte, lelijke gebruiksmeubelen. En dan kan men denken: Wat zou dit een prachtige entourage zijn voor de unieke porcelein- collectie Bal, waarvan een groot deel thans noodgedwongen niet te zien is, maar die een ten toonstelling in zijn geheel zo ten volle zou verdienen! C.I.v.N. Een speciale avond voor dames was 20 april 1978. In het Nederlands Koffiehuis hield mej. D. Boelaars een lezing voor onze kring met als onderwerp: Wat is kant, hoe wordt het gemaakt en wat doen we ermee. De aankondiging in De Wete had een volle zaal getrokken. De penningmeester leidde de spreekster uit Nijmegen in, door te vertellen, dat er ook op het gebied van kant niets nieuws onder de zon is. In de gouden eeuw droeg men veel kanten kragen en manchetten. De Romei nen kenden ook al kant en zelfs de Egyptenaren deden al vlechtwerk. En dat is eigenlijk kant klossen. 2

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 4