DE COMMISSIE VELDNAMEN 8 bracht mee, dat - zoals mijn Vader vertelde - alles wat sterren en strepen droeg erbij tegen woordig was. Zo dus ook mijn Grootvader en de overige officieren van het 6e regiment in fanterie, in Middelburg gelegerd. En natuurlijk in groot tenue. Hoe de heren van Middelburg naar Vlissingen zijn gegaan, is mij niet verteld, doch wèl de terugkomst, in kleuren en geuren. Na afloop van de indrukwekkende, doch uiteraard ook wel néérdrukkende plechtigheid, gevoelde men algemeen behoefte aan een hartversterking. Deze werd dan ook genoten, maar of het bij één gebleven is, vermeldt de sage niet. Doch het staat vast, dat men laat in de avond in vrij wat opgewektere stemming dan op de heenweg verkeerde, ondanks het feit, dat deze lopend moest worden afgelegd - de tijd van de dienst auto's moest nog aanbreken en het enige daarmee vergelijkbare, het paard, had men thuis gelaten. Geen nood: men was het marcheren gewend en met fikse pas ging het over de dijk van het Kanaal door Walcheren op Middelburg aan. Nu heeft de militaire pas de eigenschap de beoefenaar te vermoeien door zijn eentonigheid. Enkele jongeren stelden daarom voor, hierin wat afwisseling te brengen. Dit vond algemene bijval: een piepjonge luitenat ging als eerste bok staan, zijn hoger geplaatsten wilden de stemming niet bederven, en weldra zag men de ganse etat-majoor van het Middelburgse regiment in vol ornaat, de sabel opzij en de wapperende haneveren op de sjako, in een lange rij al bokspringend de afstand naar Zeelands hoofdstad verkleinen. Of ze het tot in die deftige plaats hebben volgehouden, schijnt mijn Grootvader nooit verteld te hebben H. Sasburg. Zou de instantie, die het aangaat, er niet voor kunnen zorgen, dat de verf in de op zijn grafsteen gebeitelde letters op gezette tijden wordt vernieuwd? De uitvoerige tekst, waarin de toekenning van deze hoogste militaire onderscheiding wordt toegelicht, is praktisch onlees baar geworden Als goede amateurs hebben ook wij de klassieke fout gemaakt in de vorige Wete om namen te noemen en er dan een te vergeten. Welnu, de heer Besuijen heeft ook aan het veldwerk meegeholpen en wel voor het Middel burgse gedeelte van de voormalige gemeente Koudekerke. Gezien de grote veranderingen in dit gebied door Middelburgse stadsuitbreidingen was dit niet de gemakkelijkste opgave. In Koudekerke stuitten we op een perceel met de naam Aurora. De verklaring hiervan is dat er op het strand een schip aanspoelde met die naam. Het hout hiervan werd benut voor het bouwen van een schuurtje. De zaak zou al lang vergeten zijn, ware het niet dat in één van de planken van het bouwsel de naam van het schip stond, waardoor zowel de bouwer als het perceel waarop het stond deze naam kregen. Het schuurtje is inmiddels verbouwd tot zomerwoning, welke nog steeds trots de naam 'Aurora' draagt. Van de heer Kodde (89 jaar) die in het bejaardentehuis Nieuw Sandenburg te Veere verblijft, hebben we een brief met veldnamen uit Aagtekerke en bijzonderheden over wegen en water lopen rond de eeuwwisseling gekregen. Alles in een zeer goed handschrift en in een vloeiende stijl, zes kantjes lang. Een en ander is bijzonder op prijs gesteld door De Commissie Veldnamen

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 10