STADHUISTAAL 11 Het is stil geworden op de dubbeldam. Niet verwonderlijk want een bord doodlopende weg en het ogenschijnlijk in niets afwijkend van de omgeving nodigt niet uit veel verder te gaan. Een omgeving die ligt in het z.g. nieuwland, en volledig verschilt van het algemene karakter van Walcheren: dijken, polders en een zeer hoge lucht. In het zuiden aan de horizon oprukkende industrie. In het westen het silhouet van Arnemuiden, nog steeds zonder molen, in het noorden de contouren van een fel gekleurde voortsnellende trein en in het oosten niets dan polders en geboomte. Voordat het Sloe afgedamd werd in 1871 liep deze dijk naar het Sloeveer. Het is er dus naar verhouding druk geweest met mensen naar en van Zuid Beveland. Walraven en Polderdijk schrijven dat alleen de hektometerpalen nog getuigen van dit Sloeveer. De hektometerpalen zijn inmiddels ook verdwenen. Met enige studie zijn nog enkele zeer kleine dingen te ontdekken die getuigen van het verleden. De oprit aan het eind van de weg, achter het hek, de voormalige Zeedijk op is nog bestraat met kinderkopjes. Voor het veerhuis op de dijk stonden twee bomen, het veerhuis is verdwenen, één boom is blijven staan. Kijkend in de Quarlespolder valt een kaarsrechte verhoging van ongeveer 200 meter in het terrein op. Aan het eind hiervan een duidelijk lager gedeelte in het terrein. Dit zijn de oude veerdam en de vaargeul. De grondsoort van de veerdam is anders dan die van zijn direkte omgeving, waaruit blijkt dat deze van elders aangevoerd is. Tegen de bomen die het aanvoerwegje omzomen staat ogenschijnlijk willekeurig een ijzeren hek met het opschrift 'Sloeveer'. Bij nader inzien is dit de tweede helft van een oud toegangshek naar een boerderij geweest, de volledige tekst luidde: 't Hof Sloeveer. Nog een leuke bijzonderheid is het nivoverschil tussen de Rapenburg en de 193 jaar later ingepolderde Quarlespolder. Door de lange opslibbing is de laatste duidelijk hoger. Hoewel dit bij veel polders voorkomt, is het hier toch wel zeer duidelijk te zien. Ook na mijn vertrek werd het weer stil, het is zo'n afgelegen plek dat één man in een auto al drukte is in dit stukje Walcheren. Br. Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de inhoud van 'De Wete', 7e jaargang nr. 2. Op blz. 5 staat vermeld dat in Veere de Kade nog steeds deze naam draagt. Deze opmerking is juist voor wat betreft de vermelding van de naam Kade op een straatnaambordje aange bracht aan huizen op de Kade. Wij menen er echter op te mogen wijzen dat reeds bij raadsbesluit van 27 februari 1967 is besloten, op voorstel van de toenmalige archivaris, Mr. L.E. de Brakke, de naam Kade te wijzigen in Kaai. Van deze naamswijziging is kennis gegeven aan verschillende instanties, onder meer ook aan de Telefoondienst van de P.T.T. Bij het naslaan van de telefoongids voor het district zult U nagaan dat daarin is vermeld de naam Kaai in plaats van Kade. Door ons wordt de naam Kaai sedert de hiervoren genoemde datum in onze administratie ge voerd. Tot onze spijt is echter het naambordje Kade nog niet veranderd in Kaai. Wij menen goed te doen hierop Uw aandacht te moeten vestigen. Burgemeester en Wethouders van Veere 14 april, 1978

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 13