WALCHEREN IN WOORD EN BEELD SOUBURGSE NOTITIES 13 Dit keer een afbeelding van een hoekje bij Nieuwland. Als U van het haventje van dit dorp naar Arnemuiden rijdt via de Oude dijk ziet U aan het begin hiervan links deze uitwateringsduiker, welke dient om de Waaienburgpolder af te wateren op de Langerakpolder. Aan de andere kant van de dijk is in de boog een steen gemetseld met daarin een streep en de tekst '1.43 N.A.P.' gebeiteld. Een jaartal is nergens te ontdekken en een inspektie van de binnenkant (natte voeten) leert dat geen sporen aanwezig zijn van veranderingen of breekpartijen. In het boekje 'Geschiedenis en plaatsbeschrijving van de gemeente Nieuw- en St. Joosland' van A.Walraven en F.P. Polderdijk lezen we het volgende. De Waayenburgpolder Ca. 15 ha is tussen 1668 en 1674 ingepolderd. Zij is genoemd naar het oude veerhuis tussen Waayenburg, dat in de noord westhoek van de polder op de schorren stond (veer op Arnemuiden). Deze polder waterde af aan de zuidkant via de Veerdam die vanuit Nieuwland tot het veerhuis De Rode Leeuw liep (Veer op Middelburg). De Langerakpolder is ontstaan tussen 1820 en 1850 toen deze hoge slikken en schorren door de eigenaars van aangrenzende dijken deze stuksgewijs met een kade omzoomde en als bouwland gingen gebruiken. Deze polder stond nog via het Arnemuidense gat met de zee in verbinding tot de spoorlijn in 1871 aangelegd werd. Over de afwateringsmoeilijkheden die toen ontstonden schrijven Walraven en Polderdijk het volgende. Op 21 juli werd door het ministerie van binnenlandse zaken aanbesteed: het maken van een gedeelte van de Middelburg-Nieuwlandse watergang en van de Nieuwlandse watergang met bijbehorende kunstwerken (gekanaliseerde Arne en havenkanaal Nieuwland). Volgens het bestek van die werken ving de Nieuwlandse watergang aan bij de uitwaterings duiker van de Waayenburgpolder enz., enz. Met andere woorden, dit is waarschijnlijk dezelfde als U op de tekening ziet, het eksakte bouwjaar is mij niet bekend. Maar het moet liggen tussen 1820 en 1871. F.A. Broeksma Na het overlijden vorig jaar van Martinus de Witte hebben wij zijn aantekeningen uit familie papieren laten rusten. Omdat verschillende lezers er ons om gevraagd hebben en ons gebleken is dat de weduwe van Martinus de Witte hiertegen geen bezwaar heeft, willen we de Souburgse Notities voortzetten. Sj.J. VADER ZAG DE EERSTE FIETS LANGS DE NIEUWE VLISSINGSE WEG RIJDEN We hebben gezien dat op 1 augustus 1897 grootvader Martinus de Witte het erfdeel kreeg toebedeeld dat hij daarvoor van zijn vader in pacht had. Hoewel ook een gedeelte van het Bosch tot zijn gepachte grond behoorde, bleek dat hij ge durende een korte periode te weinig werk voor zijn twee paarden had. Daarom nam groot vader het ophalen van as en vuilnis op Souburg aan. Hij reed daarbij met de rolwagen en

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 15