dempte met het vuilnis een gedeelte van het Vest van het v.m. kasteel St. Aldegonde. Eertijds lagen om Vlissingen vijf forten. Een ervan was genaamd het 'Middenreduit' en even als het kasteel St. Aldegonde waren muren en vesten gelijk gemaakt. Van de weidegrond 't Fort' pachtte grootvader ongeveer de helft, n.l. 36 gemeten. Toen grootvader Martinus zijn erfdeel kreeg, was zoon Izaak bijna 22 jaar en werkzaam op grootvaders hofstede. Uit zijn jonge jaren herinnerde Izaak, mijn vader, dat hij voor het eerst een fiets zag op de Nwe Vlissingse weg. De fiets had voor een zeer groot wiel en achter een klein en werd bereden door de directeur van de Mailboot. Voortaan kwam deze geregeld voorbij fietsen. Later ging vader naar Middelburg om zelf het fietsen,te leren. Op een 3e Paasdag huurde hij eens een fiets. Het duurde nog geruime tijd voor hij met zijn broers samen één fiets bezat. Grote indruk maakte op Izaak het reuze circus Barnum en Bailey met wel 1000 medewerkers, meer dan 300 paarden, 50 ponnies, 36 olifanten enz. Het circus had in 1903 zijn tenten opge slagen op 't Eiland in Vlissingen, in de omgeving waar nu zich o.m. de pijpenloods en het dok van de KMS bevinden. Later liet vader nog vaak de beschrijving van het circus B&B lezen en vertelde hij over de grap met de foto's nemen en van twee olifanten die een wagen van achter optilden. Op 11 juli 1906 trouwde Izaak de Witte met Jacoba Coppoolse. Zij trokken in het kleine huisje aan het Dorpsplein waar op 30 oktober 1906 Martinus, de schrijver van deze aanteke ningen, werd geboren. Moeder Jacoba was een dochter van Simon Coppoolse, die de hofstede Dauwendaele aan de Schroeweg in Middelburg sedert 1871 in pacht had. Vóór die tijd woonde de familie Gideonse op deze hofstede. Tot 1915 was o.m. A.P. Snouck Hurgronje eigenaar van Dauwendaele. Van het land lag ruim 1 Vi ha aan de andere zijde van de oude Schroeweg tegenover het huis en de schuur. In de W.O. II is de houten schuur met rieten dak geheel en het huis gedeeltelijk door het water verwoest. Er was een stalling voor 4 paarden, 14 koeien en veel jong vee. Nu is er een kinder boerderij gevestigd. In 1910 zijn de grootouders Coppoolse van Dauwendaele naar het Zand (later bij Middelburg gevoegd) verhuisd. De hofstede Dauwendaele werd toen door zoon Jan gepacht tegen 30, per gemet (53 gemeten). De hofstede werd toen als volgt getaxeerd: 18-jarige merrie met veulen 285,14-jarige ruin 270,—, jaarlingmerrie 150,11 koeien ƒ2150,2 vaarzen 230,4 vaarzen 1 Vi en 1 jaar 325,6 kalvers 190,springstier 110,jonge stier 60,verewagen 130,menwagen 110,driewielskar 35,waterstelwagen 20,lage melkkar 50,hooikar 60,ploeg 30,5 eggen 85,sleepdeur 10,rolblok 12, arrestee 25,veldslee 20,mangelmolen 20,kortmolen 35,windmolen 15,waterbak 15,15 watervaten 8,kippen en haan 25,Voorts alles wat destijds tot een Iandbouwersinspan behoorde, samen een waarde van 4822, Toen grootouders Coppoolse nog op Dauwendaele woonden, kwamen zij wel met de verewagen naar Souburg, nadat zij naar 't Zand waren verhuisd namen zij de tram. De stoomtram van Vlissingen naar Middelburg die sedert 1881 deze verbinding had onder houden, werd in 1910 vervangen door een electrische tram. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

de Wete | 1978 | | pagina 16